Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest d.d. 4 februari 2014
[geïntimeerde],
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
bijzonderehardheid geen sprake is, als de hardheid is gelegen in een gevolg dat inherent is aan de uitlevering zelf of aan de detentie die de uitlevering meebrengt. Door de feitelijke uitlevering en de vaak daarop volgende detentie in de verzoekende staat, wordt de opgeëiste persoon uit zijn woon- en werkomgeving weggehaald. Dit kan tot verlies van werk en daarmee tot het verlies van inkomsten leiden, hetgeen weer andere nadelige consequenties kan hebben. Hoe hard dit soms ook kan zijn, dergelijke gevolgen zijn inherent aan de uitlevering en zijn daarvoor op zichzelf geen beletsel.
bijzonderehardheid als omschreven in rechtsoverwegingen 5 en 6. Het moeten afbreken van een opleiding – hoe ingrijpend ook – is immers een gevolg dat inherent is aan de uitlevering. Bovendien is vooralsnog onvoldoende aannemelijk geworden dat [geïntimeerde] niet opnieuw een verblijfsvergunning zal kunnen krijgen na een vrijspraak in de VS; tijdens het pleidooi is door de advocaat van [geïntimeerde] in dat verband desgevraagd opgemerkt dat het enkele feit dat [geïntimeerde] verdachte is geweest naar verwachting geen beletsel hiervoor zal zijn, hetgeen door de advocaat van de Staat is beaamd. De uitgesproken vrees dat de opleiding tegen die tijd mogelijk zodanig zal zijn gewijzigd dat [geïntimeerde] niet in staat zal zijn een diploma te behalen, is onvoldoende feitelijk onderbouwd. Ook overigens is de door [geïntimeerde] uitgesproken vrees dat hij zijn opleiding niet in een later stadium zal kunnen voltooien onvoldoende onderbouwd en op voorhand niet aannemelijk. Voorshands moet er dan ook van worden uitgegaan dat [geïntimeerde] zijn studie in geval van vrijspraak alsnog zal kunnen afronden. Daaraan doet niet af dat [geïntimeerde] dan opnieuw een studieritme zal moeten zien op te pakken en dat zijn huidige klasgenoten dan al zullen zijn afgestudeerd; het hof acht deze argumenten van onvoldoende gewicht. Weliswaar is de kans reëel dat [geïntimeerde] niet opnieuw een visum zal kunnen krijgen, althans bij het verkrijgen daarvan veel meer moeilijkheden zal ondervinden, als hij in de VS zal worden veroordeeld, maar dat komt in dat geval in beginsel voor zijn eigen risico. In elk geval is deze mogelijke omstandigheid van onvoldoende gewicht om aan te nemen dat uitlevering op korte termijn van bijzondere hardheid is.