Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 20 mei 2014
ROTTERDAM RACING B.V.,
JVR AUDIOVISUAL B.V.,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
(2.1) In 2006 en 2007 heeft JVR audiovisuele apparatuur verhuurd aan Rotterdam Racing ten behoeve van het evenement Bavaria City Racing (hierna: het evenement). De afspraken hiertoe zijn gemaakt door enerzijds de heer [betrokkene 1], indertijd accountmanager en later salesmanager bij JVR, en anderzijds de heer [betrokkene 2] indertijd (tot 31 december 2007) werkzaam voor Rotterdam Racing.
(2.2) Hieraan voorafgaand zijn er diverse contacten geweest tussen [betrokkene 1], [betrokkene 2] en de heer[betrokkene 3] van XL Video Nederland BV. De onderhandelingen met [betrokkene 1] hebben uiteindelijk geleid tot een door JVR uitgebrachte offerte d.d. 9 augustus 2006, gericht aan de heer Erik [betrokkene 2], Rotterdam Racing, te Rotterdam. Deze (uit vijf bladzijden bestaande) offerte biedt voor de huurperiode 18 tot en met 20 augustus 2006 voor het parcours tussen de Willemsbrug en de Blaak te Rotterdam de verhuur aan van audiovisuele apparatuur voor een bedrag van € 50.000,-- exclusief btw. Op bladzijde 2 van deze offerte is voor genoemde periode een gedetailleerd tijdschema vermeld. Bladzijde 4 en 5 van de offerte bevatten een omschrijving van de te leveren en te installeren apparatuur met toebehoren, inclusief exacte locatie. Dezelfde bladzijde 5 van de offerte bevat voorts vetgedrukt de vermelding:
“Dit contract is geldig voor de jaren 2006, 2007 en 2008.”.
(2.3) [betrokkene 2] heeft deze offerte geparafeerd.
(2.4) Rotterdam Racing heeft de factuur van JVR d.d. 23-08-2006 met omschrijving “huurperiode 18-08-2006 t/m 20-08-2006” (“geleverde faciliteiten volgens offerte”) ten bedrage van € 50.000,-- , plus btw, betaald.
(2.5) Voor het evenement in 2007 heeft Rotterdam Racing door tussenkomst van [betrokkene 1] en [betrokkene 2] weer audiovisuele apparatuur gehuurd van JVR, thans voor de huurperiode 17-08-2007 t/m 19-08-2007.
(2.6) Rotterdam Racing heeft de factuur van JVR d.d. 22-08-2007 met omschrijving “huurperiode 17-08-2007 t/m 19-08-2007” (“geleverde faciliteiten volgens offerte”) ten bedrage van € 50.000,-- , plus € 1000 (“extra besteld”) betaald, vermeerderd met btw.
(2.7) Voor het evenement in 2008 heeft Rotterdam Racing een andere leverancier gekozen.
(2.8) JVR heeft vervolgens tegen Rotterdam Racing een procedure aanhangig gemaakt bij de rechtbank Rotterdam, sector kanton. De inzet van deze procedure was de stelling van JVR dat Rotterdam Racing gebonden was aan het (door de geparafeerde offerte van 9 augustus 2006) met haar gesloten contract voor de duur van drie jaar, lopende tot en met 2008.JVR heeft op grond hiervan, zakelijk, gevorderd:
(a) een verklaring voor recht dat Rotterdam Racing toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst van 9 augustus 2006 en
(b) schadevergoeding, primair op te maken bij staat, subsidiair deze te begroten.
(2.9) Bij tussenvonnis van 21 april 2009 heeft de kantonrechter onder meer overwogen, zakelijk weergegeven:
(i) Niet in geschil is dat E. [betrokkene 2] niet bevoegd was Rotterdam Racing te vertegenwoordigen. Daarom is Rotterdam Racing uit dien hoofde niet gebonden aan de voor akkoord getekende offerte van 9 augustus 2006.
(ii) De feitelijke dienstverlening in 2006 en 2007, alsmede de betaling van de facturen in 2006 en 2007, zijn niet tot enige andere opdracht te herleiden dan tot de opdracht die in de offerte van 9 augustus 2006 (hierna ook: de offerte) is vastgelegd.
(iii) Uit de emailcorrespondentie tussen partijen in 2007 blijkt dat werd voortgeborduurd op de overeenkomst uit 2006. Als de directie van Rotterdam Racing dat stuk niet kende, kan dat JVR niet worden tegengeworpen omdat onbekendheid van Rotterdam Racing met door haar medewerkers afgesloten en door haar uitgevoerde contracten voor haar risico komt.
(iv) Op de offerte staat duidelijk vermeld:
“Dit contract is geldig voor de jaren 2006, 2007 en 2008.”Daarom staat, behoudens tegenbewijs, voorshands vast dat de verplichtingen zijn aangegaan voor drie jaren. Vervolgens is Rotterdam Racing toegelaten tot het leveren van tegenbewijs hiertegen.
(2.10) Na getuigenverhoren heeft de kantonrechter bij eindvonnis van 11 november 2011 geoordeeld dat Rotterdam Racing niet in haar tegenbewijs is geslaagd. Voormelde vorderingen (a) en (b primair) zijn vervolgens toegewezen, met veroordeling van Rotterdam Racing in de proceskosten.
Deze vraag valt uiteen in twee deelvragen, te weten:
(I) Heeft de overeenkomst tot huur/verhuur van audiovisuele apparatuur tussen [betrokkene 2] (namens Rotterdam Racing) enerzijds en JVR anderzijds ook betrekking op het jaar 2008? en
(II) zo ja, is Rotterdam Racing hier aan gebonden?
Mede in verband met de devolutieve werking van het hoger beroep, zal het hof deze vragen in volle omvang behandelen.
“Dit contract is geldig voor de jaren 2006, 2007 en 2008”(hierna ook: de Verwijzing). Rotterdam Racing stelt hier tegenover dat het nooit de bedoeling van [betrokkene 2] is geweest om met de parafering van de offerte een contract voor drie jaren te sluiten en dat [betrokkene 2] daartoe bovendien ook niet bevoegd was.
JVR heeft ten bewijze van haar stelling dat ook voor 2008 was gecontracteerd daarnaast nog gewezen op haar vermelding in de facturen uit 2006 en 2007
“Geleverde faciliteiten volgens offerte”. Ook dit kan haar niet baten. De vermelding
“Geleverde faciliteiten”lijkt immers slechts te zien op de verhuurde materialen en geleverde diensten (faciliteiten. Daaruit kan dus niet worden afgeleid dat Rotterdam Racing ermee had ingestemd dat ook voor 2008 bij JVR audiovisuele apparatuur zou worden gehuurd.
Als getuige heeft [betrokkene 1] verklaard, zakelijk weergegeven, dat hij bereid was de offerte naar beneden bij te stellen, mits er sprake was van een deal voor drie jaar. [betrokkene 1] heeft voorts verklaard dat [betrokkene 2] dit aanbod heeft aanvaard.
heeft dit echter betwist. Volgens hem is een meerjarencontract wel door [betrokkene 1] aan de orde gesteld, maar heeft hij ([betrokkene 2]) gezegd dat hij geen meerjaren contracten kon en mocht afsluiten.
De verklaringen staan in zoverre tegenover elkaar.
[betrokkene 3] heeft in dit verband nog verklaard dat met JVR is afgesproken dat “we” (XL Video en JVR) het samen zouden oppakken, dat JVR het voortouw zou nemen en dat dat ook besproken is met [betrokkene 2], omdat dit het goedkoopst zou zijn en [betrokkene 2] een beperkt budget had. [betrokkene 3] heeft echter niet verklaard dat (in zijn aanwezigheid) met [betrokkene 2] overeenstemming is bereikt over een meerjarencontract. Enige wetenschap hieromtrent bij [betrokkene 3] is afgeleid van [betrokkene 1]. [betrokkene 3] heeft verder (slechts) verklaard dat hij naderhand nog wel contact heeft gehad met [betrokkene 2] over operationele zaken; met de contracten met Rotterdam Racing heeft [betrokkene 3] zich echter niet bemoeid.
De getuige [getuige 1], binnendienst medewerkster JVR, heeft over het totstandkomen van de overeenkomst niets uit eigen wetenschap kunnen verklaren. Haar verklaring heeft in dit opzicht dus geen toegevoegde waarde.
JVR heeft nog gewezen naar het onderlinge e-mailverkeer waarin steeds wordt gerefereerd aan het onderwerp: ‘contract videoschermen 2006, 2007 en 2008 (onder meer productie 3 inleidende dagvaarding). Met toepassing van de Haviltexmaatstaf, mede gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, acht het hof dit onvoldoende om de balans in het voordeel van JVR te doen doorslaan. De e-mails zijn geruime tijd na het paraferen van de offerte verstuurd en zien inhoudelijk uitsluitend op het jaar 2007.
Alles afwegende acht het hof JVR dan ook niet geslaagd in het bewijs dat er tussen partijen wilsovereenstemming is bereikt ten aanzien van een contractsduur van drie jaar (tot en met 2008).
(i) [betrokkene 2] trad op voor Rotterdam Racing
(ii) [betrokkene 2] deed zich voor als bevoegd. Hij heeft zonder voorbehoud onderhandeld en de offerte getekend.
(iii) [betrokkene 2] handelde uit naam van Rotterdam Racing.
(iv) JVR mocht daarom aannemen dat [betrokkene 2] bevoegd was tot het aangaan van overeenkomsten.
(v) dat JVR het handelsregister hierop niet heeft nageslagen maakt dit niet anders, nu er voor JVR geen enkele reden was om aan deze bevoegdheid te twijfelen,
(vi) Na het sluiten van de overeenkomst heeft Rotterdam Racing niet gemeld dat zij zich niet aan deze overeenkomst gebonden achtte.
(vii) Rotterdam Racing heeft de facturen voor 2006 en 2007 voldaan.
(viii) Rotterdam Racing was op de hoogte van de door [betrokkene 2] geparafeerde offerte, althans behoorde dat te zijn.
Het enige dat Rotterdam Racing kan worden tegengeworpen is dat zij [betrokkene 2] heeft toegestaan om voor haar in 2006 en 2007 contracten af te sluiten met JVR en dat zij hiervoor ook prompt heeft betaald. Dit alles acht het hof echter ontoereikend om Rotterdam Racing ook voor 2008 gebonden te achten. Zoals het hof hiervoor heeft aangegeven, kan uit de betaling van deze facturen niet worden afgeleid dat Rotterdam Racing op de hoogte was van de Verwijzing in de door [betrokkene 2] geparafeerde offerte, laat staan dat zij daarmee instemde. Ook anderszins is de stelling dat Rotterdam Racing van de Verwijzing in de door [betrokkene 2] geparafeerde offerte op de hoogte was, althans had moeten zijn,`` niet komen vast te staan, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen. Verwijt (vi) mist dan ook deugdelijke grondslag.
De stelling van JVR, voor zover gehandhaafd, dat de pseudo-gevolmachtigde ([betrokkene 2]) voor zijn volmacht moet instaan, kan Rotterdam Racing ten slotte niet worden tegengeworpen.
Slotsom
BeslissingHet hof:
- vernietigt de bestreden vonnissen; en
- wijst de vorderingen van JVR af;
- veroordeelt JVR in de kosten van het geding in eerste aanleg, aan de zijde van Rotterdam Racing tot op 11 november 2011 begroot op € 175,-- aan getuige-taxe en € 1.500,-- aan salaris advocaat;
- veroordeelt JVR in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van Rotterdam Racing tot op heden begroot op € 76,17 aan kosten uitbrenging appeldagvaarding, € 666,-- aan griffierecht, en € 1.788,-- aan salaris advocaat;
- verklaart dit arrest ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.