Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Rolnummers hoofdzaak : 22-000888-12 (verzoeker 1) en 22-000884-12 (verzoeker 2)
[verzoeker 1],
[verzoeker 2],
raadsman mr. G.J. van der Meer, advocaat te Amsterdam.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 17 januari 2014 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van de rechters in de strafzaken tegen twee verzoekers. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun raadsman mr. G.J. van der Meer, hebben op 14 oktober 2013 een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechters die hun zaak behandelden, te weten mrs. C.A. Baardman, M.C.R. Derkx en M.M. van der Nat. De verzoekers voerden aan dat de rechters partijdig waren, omdat zij moesten oordelen over een gebouw waarin zij zelf werkzaam zijn, en dat er een schijn van partijdigheid bestond. De wrakingskamer, bestaande uit mr. S. van Dissel, mr. A.L.G.A. Stille en mr. Chr.Th.P.M. Zandhuis, heeft het verzoek tot wraking op 6 november 2013 behandeld en op 13 december 2013 afgewezen. De wrakingskamer heeft geoordeeld dat de aangevoerde gronden niet voldoende waren om aan te nemen dat de rechters onpartijdig waren. De wrakingsgronden waren te algemeen en betroffen niet specifiek de leden van de strafkamer. Bovendien werd er geen bijzondere omstandigheid aangetoond die de vrees voor vooringenomenheid kon rechtvaardigen. De wrakingskamer heeft ook vastgesteld dat er sprake was van misbruik van het rechtsmiddel, en heeft bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van de verzoekers in hun strafzaken niet in behandeling zal worden genomen. De beslissing is op 17 januari 2014 gegeven, waarbij de verzoeken tot wraking zijn afgewezen en de verzoekers en hun raadsman op de hoogte zijn gesteld van deze beslissing.