ECLI:NL:GHDHA:2014:1638
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- R.C. Langeler
- C.J. van der Wilt
- A.H. de Wild
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep voor diefstal van kabels uit leegstaand flatgebouw
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 22 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in 1987, was eerder veroordeeld tot een taakstraf van 50 uren, subsidiair 25 dagen hechtenis, voor diefstal van een groot aantal koperen kabels uit een leegstaand flatgebouw. De advocaat-generaal had in hoger beroep gevorderd dat het vonnis zou worden vernietigd en dat de verdachte opnieuw zou worden veroordeeld.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 8 april 2014 heeft het hof het dossier en de argumenten van zowel de advocaat-generaal als de verdediging bestudeerd. Het hof kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte als pleger of medepleger van de diefstal aan te merken. Hoewel de kabels in de auto van de verdachte waren aangetroffen, was er geen bewijs dat hij samen met anderen had samengewerkt om de diefstal te plegen. Het hof merkte op dat de beschikbare bewijsmiddelen niet voldoende waren om te concluderen dat de verdachte betrokken was bij de diefstal, en dat de rol van de verdachte mogelijk als medeplichtigheid gekwalificeerd zou kunnen worden, wat echter niet ten laste was gelegd.
Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, en het arrest is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Mr. A.H. de Wild was niet in staat om het arrest te ondertekenen.