ECLI:NL:GHDHA:2014:1676
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Omzetbelasting en btw-vrijstelling voor werkzaamheden van een operatieassistent
In deze zaak gaat het om de vraag of de werkzaamheden van een zelfstandig gevestigde operatieassistent onder de btw-vrijstelling vallen. De belanghebbende, een operatieassistent, heeft bezwaar gemaakt tegen de voldoening van omzetbelasting op zijn aangifte voor het eerste kwartaal van 2011. De Inspecteur handhaafde de voldoening, maar de rechtbank verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond en verleende teruggaaf van de belasting. De Inspecteur ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De belanghebbende voert aan dat zijn werkzaamheden als operatieassistent essentieel zijn voor het operatieteam en dat hij zelfstandig en proactief handelt tijdens operaties. De rechtbank oordeelde dat de werkzaamheden van de operatieassistent een wezenlijk onderdeel zijn van de medische verzorging en dat deze werkzaamheden onder de vrijstelling van de Wet op de omzetbelasting vallen. De Inspecteur betwistte dit, stellende dat de operatieassistent geen medische verzorging biedt zoals bedoeld in de wet.
Het Gerechtshof Den Haag bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Het Hof oordeelde dat de werkzaamheden van de operatieassistent niet alleen een terbeschikkingstelling van arbeid zijn, maar dat hij zelfstandig en met specifieke deskundigheid bijdraagt aan de operaties. De werkzaamheden zijn onlosmakelijk verbonden met de medische verzorging en voldoen aan de voorwaarden voor vrijstelling van omzetbelasting. Het Hof verklaarde het hoger beroep van de Inspecteur ongegrond en veroordeelde hem in de proceskosten van de belanghebbende.