Uitspraak
GERECHTSHOF Den Haag
Afdeling Civiel recht
1.Het geding
2.Beoordeling van het hoger beroep
3.Beslissing
- eerste aanleg: € 7.333,85;
- hoger beroep: a) griffiegeld € 1815,-; b) advocaatkosten € 1.631,- en c) nakosten € 199,-
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vennootschap tegen een vonnis van de rechtbank Dordrecht. De vennootschap, appellante, heeft in hoger beroep gevorderd dat het vonnis van 19 oktober 2011 wordt vernietigd en dat zij geen gelden verschuldigd is aan de geïntimeerde, de vader van een minderjarige, die in zijn hoedanigheid als wettelijk vertegenwoordiger optreedt. De kern van het geschil betreft een bedrag van € 95.000,- dat volgens appellante tot de nalatenschap van erflaatster behoort. Appellante heeft dit bedrag overgemaakt naar de bankrekening van erflaatster in opdracht van de executeurs. Het hof heeft vastgesteld dat erflaatster, die de Taiwanese nationaliteit had, in Taiwan is overleden en dat er een testament is opgemaakt volgens Taiwanees recht. De geïntimeerde heeft niet betwist dat het Taiwanees recht van toepassing is op de erfopvolging.
Het hof heeft de feiten zoals vastgesteld door de rechtbank in het bestreden vonnis overgenomen, aangezien er geen grieven tegen deze feiten zijn ingediend. Appellante heeft een akte van 20 juli 2011 overgelegd met verklaringen van de executeurs, waaruit blijkt dat de bedragen die appellante heeft betaald ten behoeve van de nalatenschap zijn ontvangen. Het hof heeft geoordeeld dat appellante geen nalatenschapsgelden meer onder zich heeft en dat de grief van appellante doel treft. Het bestreden vonnis is vernietigd en de vordering van geïntimeerde is afgewezen. Geïntimeerde is veroordeeld tot terugbetaling van de ontvangen bedragen, vermeerderd met wettelijke rente, en moet de proceskosten dragen.
De uitspraak is gedaan door het Gerechtshof Den Haag op 8 april 2014, waarbij de rechters M. Labohm, A. van Nievelt en J. Stollenwerck aanwezig waren. De proceskosten zijn begroot op € 7.333,85 voor de eerste aanleg en € 1.815,- griffiegeld, € 1.631,- advocaatkosten en € 199,- nakosten voor het hoger beroep.