ECLI:NL:GHDHA:2014:2031
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Husson
- Labohm
- Stollenwerck
- Rechtspraak.nl
Zorgregeling en omgangscontacten tussen vader en minderjarige na jarenlange procedure
In deze zaak, die op 18 juni 2014 door het Gerechtshof Den Haag werd behandeld, betreft het een jarenlange procedure over de zorgregeling en omgangscontacten tussen de man en zijn minderjarige kind. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Veken, en de vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. E. van Veenendaal, zijn betrokken in een geschil dat zijn oorsprong vindt in eerdere beschikkingen van het hof van 2 november 2011 en 19 juni 2013. In deze beschikkingen werd de raad voor de kinderbescherming te Rotterdam betrokken om onderzoek te doen naar de omgangsregeling in het belang van de minderjarige.
Tijdens de mondelinge behandeling op 17 april 2014 werd het rapport van de raad besproken, waarin werd geadviseerd om te starten met begeleide omgang tussen de man en de minderjarige. De raad stelde voor dat de omgangscontacten wekelijks zouden plaatsvinden op woensdagmiddag, onder begeleiding van een vertrouwde derde. De man gaf aan dat hij liever een weekendregeling wilde en niet terug wilde naar het omgangshuis, terwijl de vrouw het advies van de raad steunde, maar met uitzondering van de terugkeer naar het omgangshuis.
Het hof oordeelde dat het in het belang van de minderjarige is dat er omgangscontacten plaatsvinden, maar dat deze in het begin onder begeleiding moeten plaatsvinden. Het hof besloot dat de omgangscontacten eenmaal per twee weken op woensdagmiddag zullen plaatsvinden, onder begeleiding van de begeleider van de man van Stichting Pameijer. Na een jaar zal de regeling blijven gelden, maar zonder begeleiding. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het hof wees het in hoger beroep meer of anders verzochte af.