1meer subsidiair:
hij op 05 juli 2012 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [benadeelde partij], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
- meermalen (met kracht) met een bezemsteel op het hoofd van die (al dan niet op de grond liggende) [benadeelde partij] heeft geslagen en
- meermalen, al dan niet na het nemen van een aanloop, die op de grond liggende [benadeelde partij] tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geschopt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2:
hij op 05 juli 2012 te 's-Gravenhage, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een loods (gelegen aan de Van Ostadestraat) weg te nemen hennepplanten en/of delen van hennepplanten, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij] en/of anderen, en zich daarbij de toegang tot die loods te verschaffen en/of die/dat weg te nemen hennepplanten en/of delen daarvan onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, te weten door een deur van die loods te forceren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welke poging tot diefstal in vereniging werd gevolgd van geweld tegen [benadeelde partij], gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken, welk geweld bestond uit het
- meermalen met een bezemsteel, slaan op het hoofd van die [benadeelde partij] en
- omver schoppen van die [benadeelde partij] en
- meermalen, al dan niet na het nemen van een aanloop, schoppen van die (op de grond liggende) [benadeelde partij] tegen het hoofd en/of het lichaam.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
het onder 1 meer subsidiair bewezen verklaarde levert op: