Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
- de heer G.B. Hannappel en de heer A. Veldhuis namens de gemeente;
- de man, bijgestaan door zijn advocaat en vergezeld van een beëdigde tolk in de Turkse taal, de heer G. Gunes.
PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN
BEOORDELING VAN HET PRINCIPALE EN HET INCIDENTELE HOGER BEROEP
1 november 2012 tot 1 september 2013 als over de periode vanaf 1 september 2013 in redelijkheid rekening gehouden met een bedrag van € 250,- per maand aan aflossing van de schulden. De gemeente stelt in hoger beroep dat hiermee geen rekening moet worden gehouden. Daarentegen heeft de gemeente zowel in haar beroepschrift als ter zitting uitdrukkelijk erkend dat de man een aanzienlijke schuldenlast heeft. Gelet hierop, alsmede op het feit dat krachtens vaste rechtspraak alle schulden van invloed zijn op de draagkracht van de onderhoudsplichtige, ziet het hof aanleiding om – evenals de rechtbank – rekening te houden met een bepaald bedrag aan aflossing van schulden. Dat de schulden verwijtbaar tot stand zijn gekomen, is niet komen vast te staan. Een bedrag van € 250,- per maand, zoals door de rechtbank in aanmerking is genomen, komt het hof niet onredelijk voor. Dit betekent dat de bestreden beschikking dient te worden bekrachtigd.