Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
- op 14 november 2012 een faxbericht van diezelfde datum zonder bijlagen;
- op 14 november 2012 een faxbericht van diezelfde datum met bijlagen;
- op 4 december 2012 een faxbericht van diezelfde datum met bijlagen;
- op 21 december 2012 een faxbericht van diezelfde datum met bijlagen, op
- op 31 december 2012 een faxbericht van diezelfde datum met bijlage;
- op 23 december 2013 een brief van diezelfde datum met als bijlage een V-formulier van diezelfde datum met bijlage;
- op 9 januari 2014 een faxbericht van diezelfde datum met als bijlage een V-formulier van diezelfde datum met bijlagen.
- de man met ingang van 29 mei 2012 een bijdrage in de kosten van het levensonderhoud van de vrouw zal voldoen van € 2.000,-- per maand, jaarlijks te verhogen conform de wettelijke bepalingen;
- de man met ingang van 29 mei 2012 als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding ten behoeve van de minderjarigen:
- [minderjarige 1], geboren [in] 1999 te [geboorteplaats], en
- [minderjarige 2], geboren [in] 2000 te [geboorteplaats], hierna gezamenlijk te noemen: de minderjarigen,
- de door de man te betalen kinderalimentatie te bepalen op € 500,-- per kind per maand, met ingang van de datum van de beschikking van het hof, althans op een door het hof in goede justitie te bepalen bijdrage;
- de door de man te betalen partneralimentatie te beëindigen vanaf datum inschrijving echtscheiding, dan wel de te betalen bijdrage op nihil te stellen, althans op een door het hof in goede justitie te bepalen bijdrage, dan wel een tijdslimiet van twee jaar aan de bijdrage vast te stellen;
- te bepalen dat de vrouw de reeds ontvangen en teveel betaalde bijdragen dient terug te betalen en dat deze bijdragen onverschuldigd zijn betaald.
- de partneralimentatie vast te stellen op een bedrag ad € 4.500,-- per maand;
- de verrekening van de schulden te vernietigen met betrekking tot de creditcardschulden van de man ter grootte van € 22.670,76 en die schuld geheel aan de man toe te delen.
Kinder- en partneralimentatie
derecho común, of de interregionale regels van een speciaal foraal recht,
derecho foral, in het bijzonder het Catalaanse recht, van toepassing is op de verzoeken tot vaststelling van de partner- en kinderalimentatie.
vecindad civil. In de ambtelijke toelichting op artikel 14 van de Cc, zoals vervat in de
Decreto 1838/1974 de 31 de mayo, por el que se sanciona con fuerza de Ley et texto articulado del titulo preliminar del Código Civil, Boletín Oficial del Estado, número 163,van 9 juli 1974, wordt het probleem van de aanwezigheid van forale of bijzondere rechten naast het Spaanse commune recht aan de orde gesteld (pagina 14272, linker kolom). Uit deze toelichting blijkt dat naar Spaans recht de
vecindad civildeel uitmaakt van de
statusvan een persoon, waar onder meer ook de nationaliteit van een persoon deel van uitmaakt. De
vecindad civilgeldt blijkens voormelde toelichting enkel voor personen met de Spaanse nationaliteit. Die uitleg vindt bevestiging in artikel 15 lid 1 Cc, waarin wordt bepaald welke de gevolgen zijn van het verkrijgen van de Spaanse nationaliteit door een persoon met betrekking tot de toepasselijkheid van het commune recht en de
vecindad civilten aanzien van de tot Spanjaard genaturaliseerde persoon.
mutatis mutandisdat met ingang van die datum op de onderhoudsverplichtingen van de man jegens de vrouw en de minderjarigen, Nederlands recht toepasselijk is.
Het tijdvak vanaf 29 mei 2012 tot 1 september 2013
fixed payten bedrage van 37.225,-- Verenigde Arabische Emiraten Dirham (hierna: AED), een maandelijkse
flying captain paywaarvoor de rechtbank is uitgegaan van een gemiddelde over de maanden november en december 2011 en januari 2012 van 3.538 AED en een winstuitkering, welke door de rechtbank (maximaal) is begroot op 9.306 AED. Door geen van partijen worden de eerste twee voormelde inkomenscomponenten betwist, zodat het hof met de inkomenscomponenten van de maandelijkse
fixed payen
flying captain payrekening zal houden. Anders dan de rechtbank overweegt, is het hof van oordeel dat de man met de door hem (in hoger beroep) overgelegde stukken, in het bijzonder het door de man overgelegde e-mailbericht van [X] van [werkgever] gedateerd 5 oktober 2012), aannemelijk heeft gemaakt dat hij in 2012 geen winstuitkering heeft ontvangen van [werkgever], zodat het hof met die derde inkomenscomponent geen rekening zal houden. Gelet op het vorenstaande bepaalt het hof het inkomen van de man in deze periode op 40.763,-- AED per maand (zijnde ongeveer
€ 8.492,-- per maand bij een wisselkoers van 4,8 AED tegen 1 euro, tegen welke door de rechtbank gehanteerde wisselkoers geen van partijen bezwaar heeft gemaakt). Anders dan de vrouw ook in hoger beroep betoogt en in overeenstemming met de overwegingen van de rechtbank zal het hof geen rekening houden met enig door de man te ontvangen pensioen uit hoofde van zijn eerdere dienstbetrekking bij [Y], zulks gelet op de gemotiveerde stellingen van de man inhoudende dat deze keuze een aanzienlijk fiscaal voordeel oplevert.
€ 830,-- per kind per maand te voldoen. In dit specifieke geval ziet het hof geen aanleiding om de bij sommige Spaanse gerechten gehanteerde gewoonteregel van 30% toe te passen, waarbij het hof de ruime discretionaire bevoegdheid van de rechter naar Spaans recht in dezen in aanmerking neemt.
Buscador Jurisprudenciaop
http://www.poderjudicial.es/search/indexAN.jsp) legt Spanje’s hoogste burgerrechtelijke rechtscollege, de Tribunal Supremo, het begrip ‘vida marital’ waar artikel 101 Cc op ziet, als volgt uit.
car loan deduction, nu deze reeds is verdisconteerd in de hoogte van het inkomen van de man. Evenmin heeft de rechtbank rekening gehouden met de door de man opgevoerde kinderalimentatie voor de minderjarigen, nu het juist gaat om beoordeling van de vraag of de man voldoende middelen heeft om de verzochte kinderalimentatie te voldoen. Tot slot heeft de rechtbank een bedrag van 800 AED per maand als last in aanmerking genomen in verband met de door de man betaalde doch niet vergoede schoolkosten van de minderjarigen. De vrouw kan zich met voormelde overwegingen niet verenigen op het punt van de woonlasten van de man. Aangezien de man deze lasten - bij betwisting daarvan door de vrouw - niet nader heeft onderbouwd, gaat het hof ervan uit dat de woonlasten van de man volledig door zijn werkgever worden vergoed. Het hof zal bij de berekening van de draagkracht van de man dan ook geen woonlasten in aanmerking nemen. Indien het hof dan - evenals de rechtbank - uitgaat van het door de man overgelegde maandelijkse kostenoverzicht (waarin de kosten voor de tweeling [tweeling] zijn opgenomen) en voormelde uitgangspunten, welke door partijen niet zijn betwist, begroot het hof de lasten van de man evenals de rechtbank op 31.292 AED (zijnde ongeveer € 6.520,--).
€ 120,-- per maand, zal het hof in deze periode eenzelfde behoefte van de vrouw hanteren als door het hof is overwogen in rechtsoverweging 33. Het hof overweegt daartoe dat beide bedragen elkaar grotendeels compenseren en de vermindering van de woonlasten naar alle waarschijnlijkheid slechts een tijdelijk karakter heeft, nu de vrouw haar huidige woning heeft gehuurd onder de Leegstandswet en zij nadat zij deze zal moeten verlaten, vermoedelijk hogere lasten zal krijgen. Voorts neemt het hof in aanmerking dat de vrouw niet heeft gegriefd tegen deze vaststelling door de rechtbank zodat het hof niet toekomt aan de vaststelling van een hogere behoefte in verband met het in Nederland geldende belastingstelsel.
flying captain payvan € 979,-- per maand, minus een pensioenpremie van € 397,-- per maand, hetgeen neerkomt op een salaris van € 8.526,-- per maand. Met betrekking tot de kosten van de man kan aansluiting worden gevonden bij de in eerste aanleg overgelegde lijst met lasten, met dien verstande dat de kosten van de tweeling zijn veranderd en aangepast dienen te worden in die zin dat de huurlasten voor een kamer van € 350,-- per kind en kosten van € 360,-- per kind per maand in aanmerking moeten worden genomen. Het hof berekent, in aanmerking nemende de gewijzigde kosten voor [tweeling] en onder verwijzing naar hetgeen is overwogen onder rechtsoverweging 36, waarvan in afwijking geen rekening wordt gehouden met een last van 800 AED voor de niet vergoede schoolkosten van de minderjarigen (nu de minderjarigen in Nederland naar school gaan), de totale lasten van de man op afgerond
€ 5.130,--. Het hof ziet daarbij geen aanleiding om rekening te houden met de kosten van vliegtickets voor[B],[A] en de minderjarigen en verblijfskosten van € 5,-- per kind per dag. De man resteert derhalve maandelijks een bedrag van € 3.396,--.
Afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden
Composite Statementvan HSBC, de creditcardschuld van de Visa Gold en de Master Card Gold op 29 maart 2011 is gebleken 48.804,69 AED (bij een wisselkoers op 5 april 2011 van 5,21671AED tegen 1 euro, € 9.355,45) respectievelijk 57.765,74 AED (€ 11.073,21), zal het hof - bij gebrek aan stukken aangaande deze schulden per de peildatum van 5 april 2011) deze schulden voor een bedrag van in totaal € 20.428,66 in de verrekening betrekken. Het hof zal bepalen dat de vrouw aan de man de helft van deze schuld dient te vergoeden, derhalve een bedrag van € 10.214,33. Het hof acht dit niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid.
23 april 2014.