Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 23 september 2014
[naam],
DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Veiligheid en Justitie),
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
primairde Staat zal bevelen haar binnen twee dagen na betekening toegang te verlening tot de p.i. om [I] gedurende ten minste drie uur onder vier ogen te kunnen interviewen met alle middelen, waaronder video- en geluidsapparatuur, en
subsidiairde Staat zal bevelen haar binnen twee dagen na betekening de mogelijkheid te bieden [I] gedurende ten minste drie uur via Skype of telefonisch te interviewen zonder dat door derden wordt meegeluisterd, met dwangsom en kostenveroordeling. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen afgewezen op de (kort samengevatte) grond dat hij niet kan treden in de beslissing van de beroepscommissie en dat, zolang de uitslag van de procedure bij de beroepscommissie nog niet bekend is, hij geen ruimte heeft voor toewijzing van de vorderingen.
grief 1) en de daarin opgenomen vereisten dat die beperking bij wet moet zijn voorzien (
grief 2) en dringend noodzakelijk is in een democratische samenleving (
grief 3) en dat de voorzieningenrechter ten onrechte heeft geoordeelde dat geen ruimte is voor toewijzing zolang de uitkomst van de procedure bij de beroepscommissie nog niet bekend is (
grief 4), dat hij niet kan treden in de beslissing van de beroepscommissie (
grief 5), dat er gelet op de in de Pbw geopende rechtsgang geen plaats is voor een met die beslissing strijdige uitspraak in kort geding (
grief 6) en dat het antwoord op de vraag of de directeur de toestemming aan [I] op goede gronden heeft onthouden, nog niet bekend is (
grief 7). Het hof zal de grieven gezamenlijk behandelen.