ECLI:NL:GHDHA:2014:3013
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- E.A. Mink
- B.P.H.M. van den Wildenberg
- L.F.A. Husson
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en terugbetaling van onterecht opgenomen bedragen na beëindiging van een samenleving
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vrouw tegen een vonnis van de rechtbank ’s-Gravenhage, waarin zij werd veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 49.190,- aan de man, vermeerderd met wettelijke rente. De vrouw had gedurende de samenleving de pinpas van de man gebruikt voor opnames en overboekingen, en de centrale vraag is of zij gerechtigd was tot deze handelingen en of zij verplicht is tot terugbetaling. De vrouw heeft in hoger beroep elf grieven ingediend, waarin zij onder andere aanvoert dat de rechtbank de feiten onjuist heeft weergegeven en dat zij handelde op verzoek van de man. Het hof heeft de grieven van de vrouw besproken en geconcludeerd dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld. Het hof stelt vast dat de vrouw niet kan aantonen dat zij rechtmatig over de gelden van de man heeft beschikt. De vrouw heeft erkend dat zij de pinpas van de man gebruikte en dat zij zijn pincode kende. Het hof oordeelt dat de vrouw de onrechtmatige handelingen heeft verricht en dat zij gehouden is tot terugbetaling van de onterecht opgenomen bedragen. Het hof bekrachtigt het bestreden vonnis en veroordeelt de vrouw in de kosten van het hoger beroep.