ECLI:NL:GHDHA:2014:3376
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- J.J.I. Verburg
- A.J.T.M. Franken-van Zinnicq Bergmann
- N. Zandbergen
- Rechtspraak.nl
Beslissing over beklag tegen niet-vervolging door de deken van de Orde van Advocaten
In deze beschikking van het Gerechtshof Den Haag, gedateerd 8 september 2014, wordt het beklag van een klager behandeld die zich richt tegen de beslissing van de rechercheofficier van justitie te Rotterdam om de deken van de Orde van Advocaten niet te vervolgen. De klager, een advocaat, had een klacht ingediend over de wijze waarop hij zich uitliet over rechters van de Rechtbank Oost-Brabant. De deken nodigde de klager uit voor een gesprek over deze klacht, maar de klager weigerde dit gesprek, stellende dat de deken geen bevoegdheid had om zijn vrijheid van meningsuiting te beperken.
De advocaat-generaal adviseerde het hof om het beklag af te wijzen. Het hof heeft de stukken in het dossier bestudeerd, waaronder het ambtsbericht van de hoofdofficier van justitie en de reactie van de klager. Het hof concludeert dat er geen sprake is van een strafbaar feit zoals bedoeld in artikel 365 van het Wetboek van Strafrecht, omdat de deken geen ambtenaar is. De uitnodiging voor het gesprek over de klacht kan niet worden gekoppeld aan enige strafrechtelijke bepaling of andere wettelijke regel.
Het hof merkt op dat de deken in zijn hoedanigheid als deken gehouden is om klachten te onderzoeken en dat de uitnodiging voor een gesprek recht doet aan het beginsel van hoor en wederhoor. Gezien deze overwegingen verklaart het hof het beklag als kennelijk ongegrond. De beschikking is definitief en er staat geen gewoon rechtsmiddel open.