ECLI:NL:GHDHA:2014:3527
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- Husson
- Mink
- Van der Zanden
- Rechtspraak.nl
Bepaling van partneralimentatie en ingangsdatum bij vertrek uit echtelijke woning
In deze zaak gaat het om de partneralimentatie die de man aan de vrouw moet betalen na hun scheiding. De vrouw verzoekt het hof om een maandelijkse bijdrage van € 932,- voor haar levensonderhoud, terwijl de man zich verzet tegen dit verzoek en een lagere alimentatie voorstelt. De vrouw heeft in hoger beroep een behoeftelijst overgelegd, waaruit blijkt dat haar totale behoefte € 1.607,- per maand bedraagt. De man betwist echter verschillende posten van deze lijst en komt tot een behoefte van € 1.034,- per maand. Het hof overweegt dat bij de vaststelling van de behoefte rekening moet worden gehouden met de omstandigheden van het huwelijk en de huidige situatie van de vrouw, die lijdt aan schizofrenie en niet in staat is om volledig in haar eigen levensonderhoud te voorzien. Het hof komt tot de conclusie dat de behoefte van de vrouw op € 1.484,- netto per maand wordt vastgesteld.
Daarnaast wordt de draagkracht van de man beoordeeld. Het hof stelt vast dat de man voldoende draagkracht heeft om een partneralimentatie van € 653,- per maand te voldoen. De ingangsdatum van deze alimentatie wordt bepaald op het moment dat de vrouw de voormalige echtelijke woning verlaat. Het hof vernietigt de eerdere beschikking van de rechtbank en bepaalt de alimentatie op € 653,- per maand, uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing van het hof is genomen op 3 september 2014.