ECLI:NL:GHDHA:2014:3707
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- M. Labohm
- A. Stollenwerck
- J. Mulder
- Rechtspraak.nl
Wijziging van partneralimentatie en de gevolgen van een niet-wijzigingsbeding
In deze zaak gaat het om de wijziging van de partneralimentatie die de man aan de vrouw dient te betalen. De vrouw heeft het hof verzocht om de bestreden beschikking van de rechtbank te vernietigen, terwijl de man zich daartegen verweert en verzoekt om de alimentatie te laten wijzigen naar nihil per 1 januari 2013. De vrouw stelt dat er een overeenkomst is gesloten op 11 oktober 2011, waarin is afgesproken dat de man de alimentatie tot 10 april 2014 zal doorbetalen. Deze overeenkomst zou een niet-wijzigingsbeding bevatten, waardoor de alimentatie niet kan worden aangepast op basis van gewijzigde omstandigheden. Het hof overweegt dat de overeenkomst van 11 oktober 2011 geen expliciet niet-wijzigingsbeding bevat en dat de partneralimentatie dus vatbaar is voor wijziging.
Het hof stelt vast dat de man sinds november 2012 geen draagkracht meer heeft om alimentatie te betalen, omdat hij zijn inkomen heeft verloren door het faillissement van het ziekenhuis waar hij werkte. De vrouw heeft niet aangetoond dat de man verwijtbaar is voor dit inkomensverlies. Het hof concludeert dat de man met ingang van 12 november 2012 niet langer in staat is om partneralimentatie te voldoen, wat een wijziging van omstandigheden met zich meebrengt. De vrouw kan in redelijkheid niet worden gevraagd om bedragen terug te betalen die zij heeft geconsumeerd.
Uiteindelijk vernietigt het hof de bestreden beschikking en bepaalt dat de uitkering tot levensonderhoud voor de vrouw met ingang van 1 juni 2013 op nihil wordt gesteld. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en het hof wijst het meer of anders verzochte af.