Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank Den Haag, waarin de kinderalimentatie voor zijn minderjarige kind is vastgesteld op € 706,- per maand. De vader heeft in hoger beroep verzocht om de kinderalimentatie op nihil te stellen, omdat hij stelt geen inkomen te hebben na de stopzetting van zijn onderneming. De moeder heeft dit betwist en stelt dat de vader onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn financiële situatie. Tijdens de mondelinge behandeling op 2 oktober 2014 zijn beide partijen, bijgestaan door hun advocaten, aanwezig geweest. De vader heeft geen financiële stukken overgelegd ter onderbouwing van zijn stelling dat hij geen draagkracht heeft. Het hof overweegt dat de vader niet heeft aangetoond dat hij geen draagkracht heeft en dat zijn stelling dat hij wordt onderhouden door een nieuwe partner niet is onderbouwd. Het hof wijst erop dat de vader eigenaar is van twee ondernemingen en dat hij zijn onderhoudsverplichting jegens de minderjarige niet kan ontlopen. De moeder heeft bovendien een WWB-uitkering, wat betekent dat het voor de vader niet mogelijk was om buitengerechtelijk overeenstemming te bereiken over de kinderalimentatie. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en veroordeelt de vader in de proceskosten van de moeder, die zijn vastgesteld op € 1.572,-. De beslissing is gegeven door een meervoudige kamer van het Gerechtshof Den Haag en is uitgesproken op 5 november 2014.