Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
arrest van 2 december 2014
[appellant],
ABVAKABO FNV,
Het verloop van het geding
De vaststaande feiten
10 augustus 2009
Inzet van het geding
Beoordeling in hoger beroep
- [appellant] heeft de juistheid van de omschrijving van wat er op de camerabeelden te zien en te horen is zoals weergegeven in het verslag van het gesprek van 2 september 2009 (zie hiervoor onder 2.8) niet betwist;
- [appellant] heeft geen verklaring gegeven voor hetgeen te zien is op de camerabeelden zoals beschreven in het gespreksverslag (zie hiervoor onder 2.8); met name blijft onverklaard, althans onvoldoende verklaard waarom hij meermalen van stoel wisselt, waarom hij meermalen bukt en waarom hij het licht uitdoet en een krant meeneemt wanneer hij naar achteren in de bus gaat;
- Ook [betrokkene 1], die zelf buschauffeur is en daarom bij uitstek geschikt om te beoordelen wat er op de beelden te zien is, heeft na het zien van de beelden en na overleg daarover met [appellant] aan GVB laten weten geen andere verklaring te hebben;
- De bussen waarin [appellant] op de bewuste data reed, waren bij aanvang van zijn dienst telkens onbeschadigd (vonnis waarvan beroep onder 4.5, op dit punt in hoger beroep niet bestreden);
- [appellant] heeft niet de schriftelijke verklaring van [betrokkene 1] betwist dat iedere chauffeur aan het einde van zijn dienst een zogenaamde “wagenstaat” moet invullen, en ook een “schadelijst”, waarop eventuele schade aan/in de bus wordt geregistreerd (productie 3, bladzijde 2 bij de brief van ABVAKABO d.d. 20 februari 2013);
- [appellant] heeft de onderhavige beschadigingen aan de stoelen in zijn bus niet via de zogeheten “wagenstaat” of “schadelijst” (door ABVAKABO overgelegd als productie 4 respectievelijk 5 bij brief van 20 februari 2013 in eerste aanleg) gemeld;
- Met de vaststellingsovereenkomst deed GVB afstand van de mogelijkheid de schade wegens vernieling aan de stoelen en andere schade waarvoor GVB [appellant] aansprakelijk hield, op hem te verhalen, welke ca. € 16.000 beliep;
- GVB is en was een “eigen risico drager” voor de WW, hetgeen betekent dat zij eventuele WW-uitkeringen voor haar voormalige personeel zelf moet betalen, en dus uitkeringsvriendelijke ontslagconstructies door GVB zelf moeten worden bekostigd.
onomstotelijkblijkt dat [appellant] schuldig was aan de vernielingen, doet daar niet aan af. De beelden zoals beschreven, welke beschrijving [appellant] niet heeft betwist terwijl hij evenmin de beelden zelf in het geding heeft gebracht, zouden in combinatie met – ook thans, achteraf, maar zeker op het moment van beoordeling door ABVAKABO – het ontbreken van een andere afdoende verklaring voor hetgeen daarop te zien en te horen is en de verdere onder 4.3 genoemde omstandigheden, naar het oordeel van het hof met een grote mate van waarschijnlijkheid tot het geleverd achten van het bewijs van een dringende reden en opzettelijke schadetoebrenging hebben geleid.