ECLI:NL:GHDHA:2014:3836

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
21 oktober 2014
Publicatiedatum
28 november 2014
Zaaknummer
22-001013-14
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensensmokkel door schijnhuwelijk

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 21 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel door het aangaan van een schijnhuwelijk. De verdachte, geboren in 1980 op de Nederlandse Antillen, was ten tijde van de behandeling in hoger beroep gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rijnmond - Hoogvliet. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 1 november 2013 vernietigd, omdat het zich niet geheel kon verenigen met de bewezenverklaring. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden.

De tenlastelegging betrof het helpen van een vrouw, genaamd [betrokkene], bij het verkrijgen van verblijf in het Verenigd Koninkrijk, terwijl hij wist of ernstige redenen had te vermoeden dat dit verblijf wederrechtelijk was. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte in de periode van 1 maart 2010 tot en met 11 augustus 2010, in samenwerking met anderen, deze handelingen heeft verricht. Het hof heeft daarbij de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen.

De verdachte had eerder al meerdere veroordelingen op zijn naam staan, wat het hof in zijn oordeel heeft betrokken. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zou worden bevestigd, maar het hof heeft besloten om opnieuw recht te doen en de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van drie maanden. Het hof heeft de beslissing genomen in het belang van de rechtsorde en de bestrijding van illegaal verblijf.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001013-14
Parketnummer: 10-963071-12
Datum uitspraak: 21 oktober 2014
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 1 november 2013 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Nederlandse Antillen) op [geboortejaar] 1980,
ten tijde van de behandeling ter terechtzitting in hoger beroep uit anderen hoofde gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Rijnmond - Hoogvliet Stadsgevangenis Rotterdam te Hoogvliet Rotterdam.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van
7 oktober 2014.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 maart 2010 tot en met 11 augustus 2010 te Rotterdam en/of Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, en/of in het Verenigd Koninkrijk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, te weten een vrouw genaamd [betrokkene] (geboren op [geboortejaar] 1983 te Nigeria), (telkens) uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in het Verenigd Koninkrijk, in elk geval in een
lidstaat van de Europese Unie of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of haar daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, terwijl verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was, hebbende/zijnde verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens)
- contact gehad en/of onderhouden met (een) in Nederland en/of het Verenigd Koninkrijk verblijvende mededader(s) en/of voornoemde - onrechtmatig in het Verenigd Koninkrijk wonende/verblijvende - [betrokkene] en/of
- in het Verenigd Koninkrijk een National Insurance Number aangevraagd en (op 24 maart 2010) verkregen onder verstrekking van een adres in het Verenigd Koninkrijk (als zijnde verdachtes woonadres), terwijl verdachte (later) in Nederland in de gemeentelijke basis administratie stond ingeschreven en/of woonachtig was en/of
- met die [betrokkene] (op 26 maart 2010) in het Verenigd Koninkrijk een schijnhuwelijk aangegaan en/of
- een, op basis van voormeld schijnhuwelijk, door/namens [betrokkene] (op 11 augustus 2010) ingediende aanvraag voor een EER-verblijfsvergunning ondersteund met verdachtes Nederlandse identiteitskaart en/of
- op andermans kosten althans zonder daarvoor zelf te betalen (een) (retour)vlucht(en) naar het Verenigd Koninkrijk gemaakt in het kader van (de voorbereiding van) voornoemd schijnhuwelijk en/of van (een) (andere) handeling(en) ten behoeve van het verschaffen van verblijf van die [betrokkene] en/of
- ( middels Western Union) geld ontvangen voor het aangaan van voornoemd schijnhuwelijk en/of voor (een) (andere) verrichte handeling(en) ten behoeve van het - voor die [betrokkene] - verschaffen van verblijf.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich niet geheel met de bewezenverklaring verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij
op een of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 01 maart 2010 tot en met 11 augustus 2010
te Rotterdam en/of Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in elk gevalin Nederland
,en
/ofin het Verenigd Koninkrijk tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,een ander, te weten een vrouw genaamd [betrokkene] (geboren op [geboortejaar] 1983
te Nigeria),
(telkens)uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in het Verenigd Koninkrijk,
in elk geval in een
lidstaat van de Europese Unie of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,of haar daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, terwijl verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was, hebbende/zijnde verdachte en/of verdachtes mededader(s)
(telkens)
- contact gehad en/of onderhouden met (een) in Nederland en/of het Verenigd Koninkrijk verblijvende mededader(s) en/of voornoemde - onrechtmatig in het Verenigd Koninkrijk wonende/verblijvende - [betrokkene] en/of
- in het Verenigd Koninkrijk een National Insurance Number aangevraagd en
(op 24 maart 2010
)verkregen onder verstrekking van een adres in het Verenigd Koninkrijk
(als zijnde verdachtes woonadres
), terwijl verdachte
(later)in Nederland in de gemeentelijke basis administratie stond ingeschreven en/of woonachtig was en
/of
- met die [betrokkene]
(op 26 maart 2010
)in het Verenigd Koninkrijk een schijnhuwelijk aangegaan en
/of
- een, op basis van voormeld schijnhuwelijk, door/namens [betrokkene]
(op 11 augustus 2010
)ingediende aanvraag voor een EER-verblijfsvergunning ondersteund met verdachtes Nederlandse identiteitskaart en
/of
- op andermans kosten althans zonder daarvoor zelf te betalen (een) (retour)vlucht(en) naar het Verenigd Koninkrijk gemaakt in het kader van (de voorbereiding van) voornoemd schijnhuwelijk en/of van (een) (andere) handeling(en) ten behoeve van het verschaffen van verblijf van die [betrokkene] en/of
-
(middels Western Union
)geld ontvangen voor het aangaan van voornoemd schijnhuwelijk en/of voor
(een
) (andere
)verrichte handeling
(en)ten behoeve van het - voor die [betrokkene] - verschaffen van verblijf.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of hem daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen, terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is, terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich op bewezenverklaarde wijze schuldig gemaakt aan een vorm van mensensmokkel door een schijnhuwelijk aan te gaan. Door aldus te handelen heeft de verdachte het overheidsbeleid inzake de bestrijding van illegaal verblijf dat wordt gevoerd in de landen die behoren tot de Europese Economische Ruimte, waaronder Nederland en het Verenigd Koninkrijk, doorkruist. Het belang van strafbaarstelling van hulp bij illegaal verblijf is daarin gelegen, dat op het grondgebied van een staat alleen mensen verblijven die daartoe gerechtigd zijn.
Het hof heeft in het nadeel van de verdachte acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 22 september 2014, waaruit blijkt dat de verdachte reeds vele malen onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten. Hij is daarbij ook veroordeeld tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden het onderhavige feit te plegen.
Voor wat betreft de persoon van de verdachte heeft het hof acht geslagen op een de verdachte betreffend beknopt reclasseringsadvies d.d. 2 september 2014, opgemaakt en ondertekend door reclasseringswerker J.H.G. Jafta.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 63 en 197a van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Dit arrest is gewezen door mr. Th.W.H.E. Schmitz, mr. M.I. Veldt-Foglia en mr. W.J. van Boven, in bijzijn van de griffier mr. R.W. van Zanten.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 21 oktober 2014.