ECLI:NL:GHDHA:2014:3854

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
11 november 2014
Publicatiedatum
28 november 2014
Zaaknummer
22-004399-11
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van diefstal van navigatiedvd's

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 11 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Dordrecht. De verdachte, geboren in 1986, was beschuldigd van wederrechtelijke toeëigening van navigatiedvd's en andere goederen uit autobedrijven. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 5 november 2010 in een autobedrijf in Oud-Beijerland was geweest, waar navigatiedvd's uit verschillende auto’s waren verdwenen. Na zijn vertrek uit de garage werden de dvd's in zijn auto aangetroffen, maar de verdachte ontkende de diefstal en stelde dat hij de dvd's rechtmatig had verkregen.

Tijdens de rechtsgang is gebleken dat de in beslag genomen dvd's door het Openbaar Ministerie waren vernietigd, wat het hof als een onherstelbaar vormverzuim heeft aangemerkt. Het hof oordeelde dat, hoewel er sprake was van een vormverzuim, dit niet leidde tot een niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal om het vonnis te bevestigen afgewezen en het vonnis vernietigd.

Het hof heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de diefstal. De vernietiging van de dvd's had geleid tot onduidelijkheid over de herkomst van de aangetroffen goederen, en het hof heeft de onduidelijkheid ten gunste van de verdachte meegewogen in de bewijsbeslissing. Uiteindelijk heeft het hof de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten, omdat niet buiten redelijke twijfel kon worden vastgesteld dat de dvd's waren weggenomen bij de benadeelde partijen.

Uitspraak

Rolnummer: 22-004399-11
Parketnummer: 11-860578-10
Datum uitspraak: 11 november 2014
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Dordrecht van 12 september 2011 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1986,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van 2 juli 2013 en 28 oktober 2014.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd behoudens de opgelegde straf. Hij heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van
60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis, alsmede tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het ten laste gelegde veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 80 uren en tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meerdere tijdstip(pen) op of omstreeks 05 november 2010 te Oud-Beijerland, meermalen, in elk geval eenmaal, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen de hierna te noemen goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbende(n), in elk geval aan een ander dan aan verdachte, en wel:
- uit een of meerdere auto('s), staande in een autobedrijf, gelegen aan de [adres], een of meerdere (navigatie)CD('s) en/of onderhoudsboekje(s) en/of CD-doosje(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] en/of
- uit een of meerdere auto('s), staande in een autobedrijf, gelegen aan de [adres], een of meerdere (navigatie)DVD('s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 2] en/of
- uit een of meerdere auto('s), staande in een autobedrijf, gelegen aan de [adres], een of meerdere (navigatie)DVD('s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 3] en/of
- uit een of meerdere auto('s), staande in een autobedrijf, gelegen aan de [adres], een of meerdere (navigatie)DVD/CD('s) en/of een (navigatie)SD-kaart, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 4] en/of
- uit een of meerdere auto('s), staande in een autobedrijf, gelegen aan de [adres], een of meerdere (navigatie)DVD/CD('s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 5] en/of
- uit een of meerdere auto('s), staande in een autobedrijf, gelegen aan de [adres], een of meerdere (navigatie)CD-ROM('s) en/of afstandbediening(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 6].
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigd.
Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte bepleit dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging. De raadsman voert daartoe aan dat nu de bij de verdachte inbeslaggenomen dvd’s zijn vernietigd, het door de verdediging verzochte en door het hof toegewezen onderzoek hieromtrent, niet meer uit te voeren is. Er is sprake van een onherstelbaar vormverzuim en er is derhalve ernstige inbreuk gemaakt op de beginselen van een behoorlijke procesorde waarbij doelbewust en met grove veronachtzaming van de belangen van zijn cliënt tekort is gedaan aan zijn recht op eerlijke behandeling van zijn zaak.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie in de vervolging komt als in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering (hierna: SV) voorzien rechtsgevolg slechts in uitzonderlijke gevallen in aanmerking. Daarvoor is alleen plaats ingeval het in het voorbereidend onderzoek begane vormverzuim daarin bestaat dat met de opsporing of vervolging belaste ambtenaren ernstig inbreuk hebben gemaakt op beginselen van behoorlijke procesorde waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekortgedaan (Vgl. HR 30 maart 2004, ECLI:NL:HR:2004:AM2533, NJ 2004/376).
Het hof heeft op 2 juli 2013 bepaald dat meer gedetailleerd nader onderzoek diende te worden verricht aan de onder de verdachte in beslag genomen navigatie-dvd’s, teneinde te bezien in hoeverre er een nader verband kon worden vastgesteld tussen de inbeslaggenomen dvd’s en de (navigatie-apparatuur in de) auto’s waaruit dvd’s zijn weggenomen. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat nader onderzoek niet meer mogelijk was aangezien de inbeslaggenomen goederen na machtiging van de officier van justitie inmiddels waren vernietigd. Ondanks het feit dat de termijn van twee jaren als bedoeld in artikel 118 derde lid Sv inmiddels was verstreken, is het hof -mede gezien hetgeen door (c.q. namens) verdachte op dat moment al was verklaard met betrekking tot de (herkomst van) deze dvd’s- van oordeel dat er in redelijkheid geen twijfel over kon bestaan dat er met het voortduren van het beslag op voormelde dvd’s gedurende de fase van hoger beroep een strafvorderlijk belang gemoeid was. Aldus had de officier van justitie niet tot machtiging ter vernietiging mogen besluiten.
Het hof merkt laatstgenoemde beslissing aan als een onherstelbaar vormverzuim in de zin van artikel 359a Sv. Het hof is echter van oordeel dat niet gezegd kan worden, dat het vormverzuim een zodanige ernstige inbreuk op de beginselen van een behoorlijke procesorde oplevert, dat (reeds) daardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekort gedaan.
Het hof verklaart het Openbaar Ministerie derhalve ontvankelijk in de vervolging.
Vrijspraak
De verdachte is op 5 november 2010 bij autogarage [benadeelde partij 1] langs geweest, waar hij in de showroom in een aantal auto’s heeft gezeten. Nadat de verdachte was vertrokken uit de garage, werd door de medewerkers van de garage geconstateerd dat meerdere navigatiedvd’s uit de betreffende auto’s waren weggenomen. Deze medewerkers hebben de verdachte achtervolgd, waarna hij door verbalisanten is aangehouden op verdenking van diefstal. In de auto van de verdachte werden meerdere navigatiedvd’s aangetroffen.
Nadien is nog een vijftal aangiften gedaan van diefstal van navigatie-dvd’s uit auto’s van andere autogarages in Oud-Beijerland, waar op diezelfde middag op eenzelfde wijze door een persoon die voldeed aan het signalement van de verdachte, in auto’s werd gezeten, waarna navigatiedvd’s waren verdwenen uit de auto’s. De aangiften bevatten ten aanzien van de betreffende dvd’s echter weinig tot geen specifieke informatie. De verdachte heeft verklaard dat hij inderdaad in die autobedrijven is geweest, maar dat hij daar niets gestolen heeft.
Een deel van de in de auto van verdachte aangetroffen navigatiedvd’s heeft opschriften en/of coderingen met betrekking tot dezelfde automerken, als de auto’s waaruit blijkens de aangiften dvd’s zouden zijn gestolen. Het hof heeft opdracht gegeven tot meer gedetailleerd onderzoek naar de betreffende dvd’s, teneinde te bezien in hoeverre er een nader verband kon worden vastgesteld tussen de inbeslaggenomen dvd’s en de (navigatie-apparatuur in de) auto’s waaruit dvd’s zijn weggenomen. Dit onderzoek kon niet worden uitgevoerd, omdat –zoals hiervoor reeds aangegeven- de betreffende dvd’s ondertussen bleken te zijn vernietigd.
De verdachte heeft van aanvang af en bij herhaling verklaard dat de bij hem in zijn auto aangetroffen dvd’s door hem rechtmatig zijn verkregen en dat hij een bedrijfje heeft waarmee hij navigatiedvd’s in- en verkoopt. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte nadere stukken (waaronder naar verdachte stelt: inkoopbonnen) overlegd om aan te tonen dat hij ook al voor de datum waarop de beweerdelijke diefstal zou zijn begaan daadwerkelijk navigatiedvd’s in- en verkocht. In het strafdossier bevinden zich bovendien tijdens een doorzoeking gemaakte foto’s van de woonruimte van verdachte, waarop eveneens (doosjes van) navigatiedvd’s zichtbaar zijn.
Gelet op het vorenstaande is het hof van oordeel dat verdachte er in is geslaagd het door hem geschetste alternatieve scenario, inhoudende dat hij de bij hem in zijn auto aangetroffen dvd’s op rechtmatige wijze had verkregen, tot op zekere hoogte aannemelijk te maken. Het hof is voorts van oordeel dat dit scenario niet reeds op voorhand als geheel ongeloofwaardig ter zijde kan worden gesteld.
Het hof constateert voorts dat door de vernietiging van de dvd’s geen nader onderzoek meer mogelijk is in hoeverre de aangetroffen dvd’s daadwerkelijk afkomstig zouden zijn uit de auto’s waarin in de aangiften melding wordt gemaakt. Nu deze vernietiging het gevolg is van een (naar het oordeel van het hof: onjuiste) beslissing van een functionaris van het Openbaar Ministerie, heeft het hof de daaruit voortvloeiende onduidelijkheid omtrent de herkomst van de dvd’s ten gunste van verdachte bij de bewijsbeslissing betrokken.
Het hof is alles afwegende van oordeel dat niet buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld, dat de bij verdachte aangetroffen dvd’s waren weggenomen bij in de tenlastelegging genoemde (rechts)personen waren weggenomen zodat de verdachte vanwege het ontbreken van voldoende overtuigend bewijs van het ten laste gelegde behoort te worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. C.J. van der Wilt, mr. R.C. Langeler en mr. A. Kuijer, in bijzijn van de griffier mr. M.J. den Haan.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 11 november 2014.
De griffier is buiten staat dit arrest te ondertekenen.