Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
opin of omstreeks de periode van 24 maart 2012 tot en met24 mei 2012 te Noordwijkerhout
, althans in Nederland, (meermalen)met [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedag] 1998), van wie hij, verdachte, wist dat zij
in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan welaan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestvermogens leed dat die [slachtoffer 1] niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, een
of meerontuchtige handeling
(en)heeft gepleegd, bestaande uit het
(telkens)betasten van de borsten
en/of de buikvan die [slachtoffer 1] (onder
en/of op/bovende kleding), terwijl het feit is begaan tegen een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige;
of omstreeks5 augustus 2011 te Noordwijk, althans in Nederland, met [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedag] 1993), van wie hij, verdachte, wist dat zij
in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan welaan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestvermogens leed dat die [slachtoffer 2] niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden,
een of meerontuchtige handeling
(en
)heeft gepleegd, bestaande uit het betasten van de borsten en
/ofde buik van die [slachtoffer 2] (
onder en/ofop/boven de kleding).
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
€ 500,00 (vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 500,00 (vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.