1De rechtbank heeft in het bestreden vonnis sub 2.1 tot en met 2.23 de belangrijkste feiten geresumeerd. Partijen zijn daartegen niet inhoudelijk opgekomen, zodat deze samenvatting ook het hof tot uitgangspunt dient. Met inachtneming hiervan gaat het in dit geding in hoofdzaak om het volgende.
1.1Verdegro ontwerpt, produceert en verkoopt onder meer systemen voor mobiele rijstrooksignalering (hierna: mrs). Dergelijke systemen worden door aannemers gebruikt bij wegwerkzaamheden op het (rijks)wegennet om rijstroken af te zetten en signalen weer te geven. In 2009 heeft Verdegro een mrs-systeem op de markt gebracht, waarvan kenmerkend is dat het – anders dan de systemen die tot dat moment gangbaar waren en die voorzien waren/zijn van ‘gestoken led’-signaalgevers – voorzien is van ‘full colour full matrix’-technologie. Verdegro was, volgens Rijkswaterstaat, de eerste producent van systemen met deze nieuwe technologie. Haar systeem kon in beginsel tevens ingezet worden voor het geven van mobiele routeinformatie (mri).
1.2Rijkswaterstaat is als wegbeheerder verantwoordelijk voor het onderhoud van de rijkswegen en het handhaven van de veiligheid op het rijkswegennet. Voor het onderhoud van de wegen sluit de dienst – na aanbesteding conform de daarvoor geldende regelgeving – contracten met aannemers, waarin onder meer is althans pleegt te worden opgenomen dat zij gebruik moeten maken van mrs-systemen die voldoen aan de “Richtlijn Verkeersmaatregelen” van januari 2005. Daarin wordt ten aanzien van de functionele eisen die gelden bij het inzetten van mrs-systemen verwezen naar het “Programma van eisen Mobiele Rijstrook-Signalering (MRS) januari 2001” (hierna: het Programma). In het Programma worden onder meer eisen geformuleerd met betrekking tot de herkenbaarheid en leesbaarheid van mrs-systemen, mede door verwijzing naar de specificaties die gelden voor vaste signaalgevers zoals vervat in het “Functioneel Eisenpakket Dynamische Verkeersmanagement Systemen, Onderdeel Matrixsignaalgevers” van maart 2005.
1.3Toen Rijkswaterstaat in 2009 met het nieuwe mrs-systeem van Verdegro werd geconfronteerd (doordat dit door aannemers werd ingezet bij werkzaamheden aan rijkswegen), was dit aanleiding om te onderzoeken of dit systeem uit een oogpunt van verkeersveiligheid voldoet aan de voor inzet op rijkswegen te stellen eisen. Ook andere producenten van mrs-systemen werden toen aan dit onderzoek (audit) onderworpen. In het evengenoemde “Functioneel Eisenpakket” was niet voorzien in ‘full colour full matrix’ systemen als dat van Verdegro. Van haar werd daarom verlangd dat zij haar systeem zou doen valideren door instellingen, die door Rijkswaterstaat daartoe waren aangewezen, aanvankelijk Nine & Co en later Intron. De achtergrond van deze aanpak van Rijkswaterstaat was dat aannemers bij werken materieel en werkwijzen mogen inzetten wanneer dat eenmaal door Rijkswaterstaat is goedgekeurd. Op die manier behoeft niet bij elke gunning van een werk opnieuw toestemming te worden verleend. Nine & Co en Intron hebben over hun bevindingen diverse rapporten uitgebracht.
1.4De eerste rapporten strekten tot de conclusie dat het systeem van Verdegro (nog) niet aan alle te stellen eisen voldeed. Dat was voor Rijkswaterstaat aanleiding om tijdens een branchebijeenkomst op 23 februari 2010 mededelingen te doen over de inzet van systemen als dat van Verdegro. Partijen geven verschillende lezingen omtrent hetgeen daar precies is gezegd, maar voor dit geding is het voldoende om te constateren dat Rijkswaterstaat tijdens de bijeenkomst in elk geval heeft doen blijken dat systemen als dat van Verdegro door de aannemers van werken aan rijkswegen niet zonder meer zouden mogen worden ingezet.
1.5Nadien uitgebrachte onderzoeksrapporten, waarin de eerdere bevindingen deels werden gehandhaafd (zoals onder meer met betrekking tot de aspecten herkenbaarheid en leesbaarheid van het mrs-systeem), hebben ertoe geleid dat Rijkswaterstaat – die Verdegro er bij brief van 27 april 2010 op had gewezen dat zij tot 30 juni 2010 de tijd kreeg om aan te tonen dat haar systeem voldoet aan het Programma – bij brief van 20 juli 2010 aan Verdegro heeft bericht dat haar systeem niet aan de te stellen eisen voldeed. Bij brief van 21 juli 2010 heeft Rijkswaterstaat aan de diverse betrokken afdelingen van de dienst opdracht gegeven om erop toe te zien dat hun aannemers het door Verdegro geproduceerde systeem niet meer zouden gebruiken.
1.6Nadat Verdegro nadere informatie had aangeleverd en door Intron verder onderzoek was verricht heeft Rijkswaterstaat bij brief van 15 september 2010 bericht dat Verdegro op 14 september 2010 het validatietraject met betrekking tot haar systeem met positief resultaat heeft doorlopen en dat dit systeem niet meer behoeft te worden geweerd bij werken aan rijkswegen.
1.7Verdegro heeft zich op het standpunt gesteld dat haar systeem van meet af aan voldaan heeft aan de door Rijkswaterstaat gestelde en bekend gemaakte eisen en dat Rijkswaterstaat daarom jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld door, kort samengevat:
- tijdens de branchebijeenkomst in februari 2010 bekend te maken dat het mrs-systeem van Verdegro bij werken op rijkswegen niet mag worden ingezet,
- andere of nadere eisen te stellen dan de vigerende,
- bij deze eisen te blijven in de brieven d.d. 27 april en 20 juli 2010,
- bij brief van 21 juli 2010 aan de betrokken afdelingen van Rijkswaterstaat mee te delen dat zij het systeem van Verdegro van de rijkswegen dienen te weren,
- daarmee het gebruik van het systeem van 21 augustus tot 14 september 2010 feitelijk te verbieden.
Verdegro stelt dat zij als gevolg van dit onrechtmatig handelen schade heeft geleden in de vorm van gederfde winst, renteverliezen, reputatieschade, onnodig of nutteloos gemaakte kosten, verloren tijd en dergelijke, alles bijeen tot een bedrag van ruim 3,3 miljoen euro.
1.8Rijkswaterstaat heeft zich op het standpunt gesteld, eveneens kort samengevat,
- dat zijn voormelde gedragingen niet publiek- maar privaatrechtelijk van aard waren en dat het hem vrijstond aan de aannemers voor te schrijven welke mrs-systemen door hen wel of niet bij werkzaamheden aan het rijkswegennet mogen worden ingezet,
- dat hij geen ontoelaatbare eisen heeft gesteld, in aanmerking genomen dat het mrs-systeem van Verdegro nieuw en niet eerder gevalideerd was,
- dat hij zich niet onrechtmatig jegens Verdegro heeft gedragen.
Voorts heeft Rijkswaterstaat de door Verdegro gestelde schade gemotiveerd betwist.
1.9In het geding bij de rechtbank heeft Verdegro schadevergoeding gevorderd. Deze vordering is door de rechtbank afgewezen.
1.9.1De rechtbank is niet toegekomen aan de vraag of Rijkswaterstaat onrechtmatig heeft gehandeld door de mededelingen tijdens de branchebijeenkomst, omdat volgens de rechtbank niet is gebleken dat Verdegro als gevolg daarvan schade heeft geleden en de vordering al op die grond deels moet worden afgewezen.
1.9.2De rechtbank heeft verder geoordeeld dat Rijkswaterstaat niet onrechtmatig heeft gehandeld door in de brieven van 27 april en 20 juli 2010 eisen te stellen waaraan moest worden voldaan alvorens het mrs-systeem van Verdegro bij werkzaamheden aan rijkswegen door aannemers zou kunnen worden ingezet.
1.9.3Tot slot heeft de rechtbank geoordeeld dat Rijkswaterstaat niet onrechtmatig heeft gehandeld door het gebruik van het mrs-systeem van Verdegro bij wegwerkzaamheden van 21 augustus tot 14 september 2010 (feitelijk) te verbieden.
1.1Bij het bestreden vonnis heeft de rechtbank Verdegro veroordeeld in de proceskosten.