Uitspraak
3.
- een (metalen/ijzeren) pijp/buis/koker heeft (dicht)gelast en/of (vervolgens)
- deze (metalen/ijzeren) pijp/buis/koker heeft gevuld met een of meer springstof(fen) (te weten RDX en/of PETN en/of TNT) en/of een of meer pyrotechnische stof(fen) en/of flitspoeder (op basis van kaliumperchloraat en aluminium) en/of (vervolgens)
- aan deze (metalen/ijzeren) pijp/buis/koker een lont, althans een ontstekingsmechanisme, heeft bevestigd, en/of
- (aldus) een (zwaar) explosief en/of een zelfgemaakte (vuurwerk)bom heeft vervaardigd/gefabriceerd en/of (vervolgens)
- dit/deze explosief en/of zelfgemaakte (vuurwerk)bom aan/op een flitspaal en/of snelheidscamera (gelegen op de openbare weg, in de middenberm van de Voorschoterweg, nabij de kruising met de Leidseweg), heeft bevestigd,
- een of meer springstof(fen) (RDX en/of PETN en/of TNT) en/of
- (een grote hoeveelheid) pyrotechnische stof(fen) en/of een (grote) hoeveelheid flitspoeder (op basis van kaliumperchloraat en aluminium);
3.
zijndezodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte en/of verhindering in de uitoefening van de ambts- of beroepsbezigheden van deze was ontstaan;
- een (metalen) pijp heeft dichtgelast en vervolgens
- deze (metalen) pijp heeft gevuld met flitspoeder (op basis van kaliumperchloraat en aluminium) en vervolgens
- aan deze (metalen) pijp een lont heeft bevestigd, en
- aldus een zwaar explosief of zelfgemaakte bom heeft vervaardigd en vervolgens
- dit/deze explosief of zelfgemaakte bom aan een flitspaal gelegen op de openbare weg, in de middenberm van de Voorschoterweg, nabij de kruising met de Leidseweg, heeft bevestigd,
gevangenisstrafvoor de duur van
45 (achtenveertig) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
bijzondere voorwaardedat de verdachte gedurende de proeftijd zijn medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, zoals bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht (de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen);
bijzondere voorwaardedat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd onder (ambulante) behandeling zal stellen bij De Waag of een soortgelijke instelling op de tijden en plaatsen als door of namens die zorginstelling te geven;
bijzondere voorwaardedat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen van Stichting Palier of De Brijder Verslavingszorg of een soortgelijke instelling op de tijden en plaatsen als door of namens die zorginstelling te geven, teneinde een Leefstijltraining te volgen die gericht is op de middelenonafhankelijkheid;
bijzondere voorwaardedat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal onthouden van het gebruik van speed, cannabis, ketamine, alcohol en soortgelijke middelen en zich verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan een bloedonderzoek of urineonderzoek;
bijzondere voorwaardedat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd bij De Waag en Stichting Palier Den Haag zal melden, indien en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggave aan de verdachtevan de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
€ 68.250,00 (achtenzestigduizend tweehonderdvijftig euro) bestaande uit € 250,00 (tweehonderdvijftig euro) materiële schade en € 68.000,00 (achtenzestigduizend euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 68.250,00 (achtenzestigduizend tweehonderdvijftig euro) bestaande uit € 250,00 (tweehonderdvijftig euro) materiële schade en € 68.000,00 (achtenzestigduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
345 (driehonderdvijfenveertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 11.026,46 (elfduizend zesentwintig euro en zesenveertig cent) bestaande uit € 1.026,46 (duizend zesentwintig euro en zesenveertig cent) materiële schade en € 10.000,00 (tienduizend euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 500,00 (vijfhonderd euro).
€ 11.026,46 (elfduizend zesentwintig euro en zesenveertig cent) bestaande uit € 1.026,46 (duizend zesentwintig euro en zesenveertig cent) materiële schade en € 10.000,00 (tienduizend euro) immateriële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 402,00 (vierhonderdtwee euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 402,00 (vierhonderdtwee euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 869,35 (achthonderdnegenenzestig euro en vijfendertig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 869,35 (achthonderdnegenenzestig euro en vijfendertig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
17 (zeventien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.