Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
- de betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- de curator, bijgestaan door haar advocaat;
- de moeder van betrokkene, bijgestaan door haar advocaat.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 12 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot opheffing van de ondercuratelestelling van de betrokkene, alsook een verzoek tot wijziging van de curator. De betrokkene, bijgestaan door haar advocaat mr. A.R. Bissessur, heeft op 19 mei 2014 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Den Haag van 18 februari 2014, waarin het verzoek tot opheffing van de curatele werd afgewezen. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat van de moeder van de betrokkene het hoger beroep ingetrokken, maar het hof heeft de moeder als belanghebbende aangemerkt. De curator, vertegenwoordigd door mr. M.L. Kleyn, heeft op 22 augustus 2014 een verweerschrift ingediend. De zaak is op 15 oktober 2014 mondeling behandeld, waarbij de betrokkene, de curator en de moeder van de betrokkene aanwezig waren.
Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals deze door de kantonrechter zijn vastgesteld, voor zover daar in hoger beroep geen grieven tegen zijn ingediend. De betrokkene heeft verzocht om de bestreden beschikking te vernietigen en de ondercuratelestelling op te heffen, of in het geval van afwijzing, de benoeming van de huidige curator te beëindigen en haar moeder tot curator te benoemen. De curator heeft zich verzet tegen dit verzoek en verzocht om bevestiging van de beschikking van de kantonrechter.
Het hof heeft overwogen dat de betrokkene onvoldoende heeft aangetoond dat de huidige curator haar belangen niet goed behartigt. De betrokkene heeft aangevoerd dat zij in staat is haar belangen zelfstandig te behartigen en dat zij geen vertrouwen heeft in de curator. De curator heeft echter gesteld dat de betrokkene in het verleden door haar familie is beïnvloed en dat het noodzakelijk is om haar financiën te blijven beheren. Het hof heeft geconcludeerd dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die tot een ander oordeel moeten leiden en heeft de bestreden beschikking bekrachtigd. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.