ECLI:NL:GHDHA:2014:715
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Incident voorschot schadevergoeding althans zekerheidsstelling
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag diende, betreft het een incident waarin PSA Finance Nederland B.V. (hierna: PSA) een hoger beroep heeft ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. PSA is een financieringsmaatschappij die betrokken is bij financiële overeenkomsten met Centraal Autoverhuur B.V. (CAV) en andere partijen. CAV heeft in het incident een vordering ingesteld tot betaling van een voorschot op schadevergoeding en het stellen van zekerheid, omdat zij twijfels heeft over de solvabiliteit van PSA. De vordering van CAV is gebaseerd op de stelling dat PSA een betalingsachterstand heeft en dat CAV schade heeft geleden door het zonder recht innemen van auto’s door PSA.
Het hof heeft de vordering van CAV c.s. in het incident afgewezen. Het hof oordeelde dat de journalistieke artikelen die CAV had ingediend als onderbouwing voor haar vordering, niet relevant waren voor de solvabiliteit van PSA. De artikelen betroffen niet PSA zelf, maar de moedermaatschappij in Frankrijk, en gaven geen inzicht in de financiële situatie van PSA Finance Nederland B.V. Het hof concludeerde dat CAV c.s. onvoldoende had onderbouwd dat PSA niet meer voldoende solvabel zou zijn aan het einde van het hoger beroep of de schadestaatprocedure.
Daarnaast constateerde het hof dat er een gebrek aan serieuze onderbouwing was voor de hoogte van de gevorderde schade, met name de gemiste huurinkomsten. PSA had gemotiveerd verweer gevoerd, onder andere door te wijzen op de staat van de auto’s die niet verhuurbaar waren. Het hof hield de beslissing over de proceskosten aan tot in de hoofdzaak en verwees de zaak naar de rol voor uitlaten van partijen.