Uitspraak
GERECHTSHOF Den Haag
Afdeling Civiel recht
1.Het verdere verloop van het geding
2.De verdere beoordeling van het hoger beroep
- het hof acht het in het belang van beide partijen dat er op korte termijn een einde komt aan de rechtsstrijd tussen partijen. Om tot een einde aan de rechtsstrijd tussen partijen te komen acht het hof het noodzakelijk: 1) dat een deskundige zijnde een notaris/mediator een boedelbeschrijving maakt van de goederen en schulden die op 5 oktober 1998 tot de huwelijksgoederengemeenschap behoorden alsmede een voorstel voor de mogelijke verdeling daarvan doet door middel van het opstellen van een conceptakte van verdeling. Uit de enorme papiermassa van partijen kan het hof de omvang van de voormalige huwelijksgoederengemeenschap niet voldoende vaststellen, laat staan de verdeling daarvan vaststellen;
- de deskundige zal zijn werkzaamheden onder leiding van een raadsheer-commissaris van dit hof verrichten;
- het hof zal een comparitie van partijen/regiezitting gelasten waarbij de deskundige, partijen en hun advocaten in persoon aanwezig dienen te zijn. Ter zitting worden dan de vragen voor de deskundige geformuleerd;
- het hof beslist over de geschilpunten tussen partijen.
- dat bij geen reactie binnen de door de deskundige gestelde termijn de deskundige de zaken kan vaststellen en verder kan gaan met het onderzoek;
- dat het aan partijen is om de deskundige te voorzien van de benodigde informatie.
- de vrouw kan zich niet vinden in de beschrijving en het voorstel tot boedelscheiding zoals door de deskundige gedaan;
- de vrouw heeft sterk de indruk dat de deskundige slechts de standpunten van de man heeft overgenomen zonder zelf ter zake nader onderzoek te doen, dan wel de vrouw effectief in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over de onderwerpen van het onderzoek;
- de vrouw verzoekt dan ook de deskundige opnieuw opdracht te geven nader onderzoek te doen met inachtneming van hetgeen zij in de memorie na deskundigenbericht nader opmerkt.
- de man moet helaas vaststellen dat de vrouw blijft volharden in haar proceshouding om telkenmale de procedure tot het uiterste te traineren. Zo is zij niet aanwezig wanneer zij op zittingen moet verschijnen en wanneer het moment er is om haar mening aan de deskundige te ventileren en de door haar noodzakelijk geachte stukken aan hem te verstrekken laat zij niets van zich horen om vervolgens om 5 voor 12, als duvel uit een doosje tevoorschijn te komen middels een memorie na deskundigenbericht onder het overleggen van een veelheid van stukken;
- wat de man betreft is de maat meer dan vol en is het station van weer nader onderzoek, weer een verdelingsvoorstel, weer een nadere conclusie gepasseerd.
€ 4.973,-.