ECLI:NL:GHDHA:2014:874
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- G.P.A. Aler
- M.C.R. Derkx
- H.C. Wiersinga
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep na gewelds- en ontuchtige beschuldigingen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 4 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in 1950, was in eerste aanleg veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis, wegens het ten laste gelegde van ontuchtige handelingen en geweld tegen een benadeelde partij, geboren in 1995. De tenlastelegging omvatte meerdere incidenten van geweld en ongepast gedrag, waaronder het geven van een tik op de bil van de benadeelde partij en het maken van seksueel getinte opmerkingen.
Tijdens de zittingen in zowel eerste aanleg als hoger beroep heeft de verdachte erkend dat hij de benadeelde partij op 24 maart 2012 een tik op haar bil heeft gegeven. Echter, hij heeft wisselend verklaard over zijn intenties, variërend van het voorkomen dat de telefoon van de benadeelde partij zou vallen tot het beschouwen van de handeling als een dolletje. De benadeelde partij heeft verklaard dat zij deze handeling als beschamend heeft ervaren, vooral in het licht van eerdere ongepaste opmerkingen van de verdachte.
Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal, die een veroordeling tot een voorwaardelijke taakstraf had geëist, niet gevolgd. Het hof oordeelde dat de klap of tik op de bil, hoewel als grensoverschrijdend ervaren door de benadeelde partij, objectief bezien niet als ontuchtig kon worden aangemerkt. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, omdat er onvoldoende bewijs was om de beschuldigingen te ondersteunen. De uitspraak is gedaan in een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken.