Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
VERDER PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 12 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, en de man, verweerder in hoger beroep, zijn ouders van de minderjarige. De procedure is gestart na een mislukte mediation, waarbij de moeder verzocht om een nieuwe mondelinge behandeling. Het hof heeft in eerdere tussenbeschikkingen de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vader vastgesteld en partijen de gelegenheid gegeven om onder begeleiding van een mediator tot een heroriëntatie op het ouderschap te komen. Tijdens de mondelinge behandeling op 9 januari 2014 is gebleken dat de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord is en dat de minderjarige onder behandeling staat vanwege trauma's die hij heeft opgelopen door de situatie tussen de ouders. Beide ouders hebben ter zitting aangegeven open te staan voor een ondertoezichtstelling, wat het hof heeft meegenomen in zijn overwegingen. Het hof heeft vastgesteld dat de minderjarige in een situatie verkeert waarin zijn zedelijke of geestelijke belangen ernstig worden bedreigd. Daarom heeft het hof besloten de minderjarige voor de duur van een jaar onder toezicht te stellen van de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden. Tevens is de huidige zorgregeling tussen de moeder en de minderjarige gecontinueerd in afwachting van een nieuwe regeling die mogelijk door Bureau Jeugdzorg zal worden vastgesteld. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de bestreden beschikking is bekrachtigd voor zover deze aan het oordeel van het hof is onderworpen.