ECLI:NL:GHDHA:2015:1217
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- U.E. Tromp
- E.M. Vrouwenvelder
- G.D. van Norden
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake revisie- en heffingsrente bij afkoop van pensioen- en lijfrentepolissen
In deze zaak gaat het om de vraag of de inspecteur van de Belastingdienst terecht revisie- en heffingsrente in rekening heeft gebracht aan belanghebbende, die in 2011 zijn pensioen- en lijfrentepolissen heeft afgekocht. De belanghebbende had een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 327.941, en de inspecteur legde een aanslag op, waarbij € 38.030 aan revisierente en € 1.350 aan heffingsrente in rekening werd gebracht. De rechtbank Den Haag verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond, waarna hij in hoger beroep ging bij het Gerechtshof Den Haag.
Tijdens de mondelinge behandeling op 3 april 2015 werd de zaak besproken. Belanghebbende voerde aan dat de in rekening gebrachte rente onterecht was, omdat hij zijn polissen om principiële redenen had afgekocht en dat de berekening van de revisierente onredelijk was. De rechtbank oordeelde echter dat de revisierente terecht was opgelegd, omdat deze is bedoeld als compensatie voor het uitstellen van belastingheffing over de premies en het rendement. De rechtbank stelde vast dat de negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen terecht in het belastbare inkomen waren opgenomen.
Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de revisierente en heffingsrente correct waren berekend. Het Hof wees erop dat de heffingsrente geen cumulatie met de revisierente opleverde en dat de rechtbank niet bevoegd was om de billijkheid van de wet te beoordelen. De uitspraak van het Hof werd op 1 mei 2015 openbaar gemaakt, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken in cassatie te gaan bij de Hoge Raad der Nederlanden.