Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Parketnummer hoofdzaak : K13/0467
[Verzoekster],
verzoekster,
Het geding
Het wrakingsverzoek,
“hij de beelden heeft gezien en dat het een kwestie lijkt van ja of nee en de rechter moet dat maar uitmaken”, dan wel woorden van gelijke strekking, een zin die niet in het proces-verbaal van de raadkamerbehandeling is opgenomen. Voorts is naar de overtuiging van de verzoekster en haar raadsman niet door de voorzitter gezegd dat uiterlijk tot 15.00 uur opmerkingen zouden kunnen worden gemaakt, hetgeen wel is vervat in het proces-verbaal. Daarnaast heeft de voorzitter niet aangegeven dat er op de CD-ROM een verslag van de klager stond. Thans verneemt de verdediging dat de voorzitter hiervan geen kennis heeft genomen. Dit maakt dat de voorzitter kennelijk een beslissing wenst te nemen zonder van het dossier ten volle kennis te nemen. De voorzitter wist van het bestaan van CD Rom en heeft zonder afdoende reden niet aan de verdediging meegedeeld dat er een verslag op de CD Rom stond. De verdediging heeft hiertegen dus geen verweer kunnen voeren.
Beoordeling van het wrakingsverzoek
Volgens vaste jurisprudentie is de enige kenbron van hetgeen ter terechtzitting of in de raadkamer voorvalt het door de voorzitter en de griffier opgemaakte proces-verbaal van die terechtzitting.
Nu in het proces-verbaal geen melding wordt gemaakt van de opmerking die volgens verzoekster en haar raadsman zou zijn gemaakt, kan de enkele mededeling van de verzoekster en haar raadsman dat een dergelijke opmerking wel is gemaakt geen zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de rechter jegens de verzoekster een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij de verzoekster dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is. Naar het oordeel van de wrakingskamer dient het ervoor gehouden te worden dat de opmerking van de voorzitter zoals deze door de verzoekster onder punt 4. is verwoord niet, althans niet in de door verzoekster gestelde bewoordingen, is gedaan, nu er geen gegronde reden is om te twijfelen aan de juistheid van de inhoud van het proces-verbaal.
Beslissing
- wijst het verzoek tot wraking af;
- bepaalt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan de raadsman van de verzoekster, de verzoekster, de genoemde voorzitter en de advocaat-generaal.