In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 2 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte is schuldig bevonden aan eenvoudige belediging van ambtenaren, te weten twee politieagenten, tijdens de rechtmatige uitoefening van hun functie. De belediging vond plaats op 21 juli 2013 te 's-Gravenhage, waar de verdachte, na een verkeersincident, de woorden "Jullie zijn een stelletje mierenneukers" tot de agenten richtte. Het hof oordeelde dat deze uitlating, gezien de context, de eer en goede naam van de verbalisanten aantastte en hun gezag ondermijnde, waardoor er sprake was van belediging in de zin van de artikelen 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht.
De verdachte was eerder veroordeeld tot een geldboete van € 420,00, subsidiair 8 dagen hechtenis, waarvan een deel voorwaardelijk was. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het vonnis zou worden vernietigd en dat de verdachte opnieuw zou worden veroordeeld. Het hof heeft de eerdere veroordeling bevestigd en de verdachte opnieuw een geldboete van € 420,00 opgelegd, met de mogelijkheid van 8 dagen hechtenis bij niet-betaling. Het hof heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de ernst van het feit bij het bepalen van de straf.
Het hof heeft de verdachte schuldig verklaard aan de tenlastelegging, maar heeft ook vastgesteld dat niet alles wat ten laste was gelegd bewezen kon worden. De verdachte is strafbaar verklaard en de opgelegde straf is in overeenstemming met de wetgeving, waarbij de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht zijn toegepast.