Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
Bewijsoverweging
Rapport gemeentelijk lijkschouwer
Rapport patholoog anatoom
Proces-verbaal forensische opsporing
De verklaringen van verdachte
Conclusie
Vrijspraak onder 1 impliciet primair en subsidiair tenlastegelegde
opzettelijkhet slachtoffer van het leven heeft beroofd.
Individuele rol verdachte
de audituverklaringen van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] alsmede de uitlatingen van verdachte in een opgenomen gesprek met [medeverdachte 1] kent het hof in dit verband geen doorslaggevende betekenis toe, nu deze voor meer dan één uitleg vatbaar zijn.
Bloot opzet
de doodvan het slachtoffer. Uit het toegepaste geweld kan derhalve ook niet worden afgeleid dat verdachte (bloot) opzet had om het slachtoffer van het leven te beroven.
Voorwaardelijk opzet
de doodvan het slachtoffer, en evenmin dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte zich bewust was van een dergelijke aanmerkelijke kans en/of deze heeft aanvaard.
alleletsels
tezamenacht het hof tevens bewezen dat het slachtoffer is overleden als gevolg van de geweldshandelingen van verdachte en zijn medeverdachte [medeverdachte 1] en mitsdien aan de gevolgen van die mishandeling.
op ofomstreeks
1 november 2011 en/of2 november 2011 te ’s-Gravenhage tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,opzettelijk
, en al dan niet met voorbedachten rade,een persoon (te weten [slachtoffer]), (meermalen) tegen het hoofd en
/ofhet
(boven)lichaam heeft/hebben geschopt/getrapt en/of gestompt/geslagen en
/of geduwd en/of(meermalen) met een hard en/of scherp en/of bot/stomp voorwerp geslagen en/of gestompt, ten gevolge waarvan deze is overleden.
medeplegen van mishandeling, terwijl het feit de dood ten gevolge heeft.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
301 (driehonderdéén) weken.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
€ 5.918,38 (vijfduizend negenhonderdachttien euro en achtendertig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 5.918,38 (vijfduizend negenhonderdachttien euro en achtendertig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
64 (vierenzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.