ECLI:NL:GHDHA:2015:2473
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- M. Obbink-Reijngoud
- A. Kamminga
- J. Warnaar
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot verhuizing van minderjarigen en vaststelling hoofdverblijfplaats
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 24 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verzoeken van de moeder met betrekking tot de verhuizing van haar minderjarige kinderen naar een andere woonplaats. De moeder had verzocht om vervangende toestemming om met de minderjarigen naar een plaats 65 kilometer verderop te verhuizen, maar het hof heeft dit verzoek afgewezen. Het hof oordeelde dat het belang van de minderjarigen om in hun vertrouwde omgeving te blijven wonen zwaarder weegt dan het belang van de moeder bij de verhuizing. De rechtbank had eerder al bepaald dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen bij de moeder zou zijn, maar de moeder wilde ook dat de kinderen naar een school in de nieuwe woonplaats zouden worden ingeschreven. Dit verzoek werd eveneens afgewezen, omdat de kinderen in hun huidige woonplaats zouden blijven wonen. De vader van de kinderen had zich verzet tegen de verhuizing en stelde dat de moeder geen toestemming had gegeven voor de verhuizing. Het hof concludeerde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een andere beslissing rechtvaardigden. De zorgregeling die door de rechtbank was vastgesteld, waarbij de kinderen ook op doordeweekse dagen bij de vader verblijven, werd door het hof bekrachtigd. Het hof benadrukte het belang van continuïteit in de leefomgeving van de minderjarigen en de stabiliteit die de huidige situatie biedt.