ECLI:NL:GHDHA:2015:2502
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Husson
- Van Kempen
- Kamminga
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid hoger beroep bij niet tijdige betaling griffierecht door evidente menselijke fout
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van de vrouw in haar hoger beroep, nadat zij het griffierecht niet tijdig had betaald. De vrouw had op 16 juli 2015 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Den Haag van 12 mei 2015, waarin de echtscheiding was uitgesproken en het verzoek om partneralimentatie was afgewezen. Het griffierecht diende uiterlijk op 13 augustus 2015 betaald te zijn, maar de betaling werd pas op 17 augustus 2015 ontvangen. De advocaat van de vrouw stelde dat er een menselijke fout was gemaakt bij het overboeken van het griffierecht, waardoor de betaling te laat was. Het hof overwoog dat de advocaat op de hoogte moest zijn van de wettelijke termijnen en de gevolgen van het niet tijdig betalen. Echter, het hof erkende dat het hier ging om een evidente menselijke fout en dat de gevolgen daarvan niet voor de vrouw moesten komen. Het hof oordeelde dat de zware sanctie van niet-ontvankelijkheid in dit geval onbillijk zou zijn. Uiteindelijk verklaarde het hof de vrouw ontvankelijk in haar hoger beroep en besloot dat de behandeling van de zaak zou worden voortgezet op een nader te bepalen datum.