ECLI:NL:GHDHA:2015:2533
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- M. Labohm
- A. Kamminga
- J. Stollenwerck
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verbetering van een eerder arrest inzake medewerking bij verkoop van onroerend goed
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 11 augustus 2015 uitspraak gedaan op een verzoek tot herstel van een eerder arrest. De appellante, aangeduid als 'de vrouw', had verzocht om verbetering van het arrest van 29 april 2014, waarin werd overwogen dat de man zijn medewerking aan de uitvoering van het arrest zou verlenen. De vrouw stelde dat de man dit niet deed en dat er een kennelijke verschrijving in het arrest zat, omdat de beslissing impliceerde dat de man alleen na de verkoop van de woning zijn medewerking moest verlenen. Dit zou haar belemmeren om een makelaar in te schakelen voor de verkoop van de woning.
Het hof heeft het verzoek tot verbetering afgewezen. Het hof oordeelde dat er geen sprake was van een kennelijke verschrijving, aangezien de vrouw gemachtigd was om het onroerend goed zelfstandig te gelde te maken zonder de medewerking van de man. De veroordeling van de man om medewerking te verlenen was enkel van toepassing op de notariële levering van het onroerend goed na de verkoop door de vrouw. Het hof heeft de vrouw bevestigd in haar bevoegdheid om de woning te verkopen en heeft het verzoek tot verbetering van het arrest afgewezen.
De uitspraak benadrukt de zelfstandige bevoegdheid van de vrouw om het onroerend goed te verkopen en de voorwaarden waaronder de man zijn medewerking moet verlenen. Het hof heeft de zaak behandeld in aanwezigheid van de griffier en de beslissing is openbaar uitgesproken.