ECLI:NL:GHDHA:2015:2587

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
22 september 2015
Publicatiedatum
23 september 2015
Zaaknummer
22-006216-11
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van diefstal van kluis met inhoud van Grenswisselkantoor te Delft en vrijspraak van witwassen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 22 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden voor diefstal van een kluis met een waarde van € 325.307,52 uit het Grenswisselkantoor in Delft op 9 oktober 2010, en voor witwassen. De advocaat-generaal had in hoger beroep vrijspraak gevorderd voor de verdachte. Het hof heeft de zaak onderzocht op basis van de terechtzittingen in eerste aanleg en in hoger beroep, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte.

Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de diefstal. De bewijsconstructie in eerste aanleg was voornamelijk gebaseerd op herkenning van de verdachte op camerabeelden, maar het hof concludeerde dat de kwaliteit van deze beelden te slecht was voor een betrouwbare identificatie. Daarnaast waren er geen forensische sporen die de verdachte konden linken aan de inbraak. De historische verkeersgegevens van de telefoon van de verdachte gaven ook geen eenduidige aanwijzingen voor zijn betrokkenheid bij de diefstal.

Het hof oordeelde dat de overige bewijsmiddelen, zoals het uitgavepatroon van de verdachte en het bezit van buitenlandse valuta, niet voldoende waren om aan te nemen dat de verdachte betrokken was bij de kluiskraak. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Ook de vordering van de benadeelde partij, GWK Travelex N.V., werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte was vrijgesproken van de feiten die aan de vordering ten grondslag lagen. Het hof gelastte de bewaring van in beslag genomen voorwerpen ten behoeve van de rechthebbende.

Uitspraak

Rolnummer: 22-006216-11
Parketnummer: 09-758944-10
Datum uitspraak: 22 september 2015
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 14 december 2011 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [geboortedatum],
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van
8 juli 2014 en 8 september 2015.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het in de zaak met parketnummer 09-758944-10 onder 1 en 2 en het in de zaak met parketnummer 09-655224-11 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek voorarrest. Voorts zijn beslissingen genomen ten aanzien van de vordering benadeelde partij en de inbeslaggenomen goederen, zoals nader in het vonnis waarvan beroep vermeld.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Verzoek tot splitsing zaken
De raadsman van de verdacht heeft ter terechtzitting in hoger beroep het verzoek gedaan de in eerste aanleg gevoegde zaken te splitsen, nu de advocaat-generaal heeft gevorderd de verdachte te veroordelen voor het in de zaak met parketnummer 09-655224-11 ten laste gelegde, maar de verdachte vrij te spreken van het in de zaak met parketnummer 09-758944-10 onder 1 en 2 ten laste gelegde en ook de raadsman vrijspraak heeft bepleit voor laatstgenoemde feiten. Splitsing van de zaken zou, indien het hof de eis van de advocaat-generaal volgt, de mogelijkheid tot het indienen van een verzoek tot schadevergoeding wegens onterecht ondergaan voorarrest in de zaak met parketnummer 09-758944-10 openlaten.
Het hof wijst het verzoek toe. Tussen de twee zaken bestaat geen verband en gevoegde behandeling van de zaken is niet langer in het belang van het onderzoek. De zaak met parketnummer 09-655224-11 zal bij apart arrest met rolnummer 22-004042-15 worden afgedaan en onderhavig arrest zal nog slechts de zaak met parketnummer 09-758944-10 beslaan.
Waar hierna wordt gesproken van "de zaak" of "het vonnis", wordt daarmee aldus bedoeld de zaak of het vonnis voor zover op grond van het vorenstaande aan de orde.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 09 oktober 2010 tot en met 11 oktober 2010 te Delft, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit het Grenswisselkantoor een kluis heeft weggenomen een of meer geldbedragen (met in totaal een waarde van 325.307,52 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het Grenswisselkantoor gelegen aan de Van Leeuwenhoeksingel 43 te Delft, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik te hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, te weten door het boren en/of aanbrengen van een of meer gaten in de wand van de kluis en/of de muur achter de kluis en/of de muren van een of meer ruimtes achter de kluis;
2:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 09 oktober 2010 tot en met 9 februari 2011 te Delft en/of Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een voorwerp, te weten een deel van de tussen 9 en 11 oktober 2010 gestolen kluisinhoud van het Grenswisselkantoor gelegen aan de Van Leeuwenhoeksingel 43 te Delft (welke kluisinhoud in totaal een waarde had van ongeveer 325.307,52 euro), althans een of meer geldbedragen en/of huisraad, althans een of meer goederen, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten geldbedragen, gebruik heeft gemaakt, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Het hof oordeelt als volgt.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:Tussen zaterdag 9 oktober 2010 17.30 uur en maandag 11 oktober 2010, 07.45 uur is er uit de kluis van de bank GWK Travelex, gevestigd bij het NS Station te Delft geld weggenomen. Een werkneemster heeft de politie gewaarschuwd en aangifte gedaan, nadat zij bij het openen van de kluis op maandagmorgen vaststelde, dat achter in de kluis een gat was gemaakt en de in de kluis aanwezige kasten waren geopend. Er bleek een bedrag van
€ 325.307,52 te zijn weggenomen. De politie heeft tijdens het onderzoek beelden verzameld, welke door middel van beveiligingscamera's zijn gemaakt in de periode van vrijdag 8 oktober 2010, 17.00 uur tot maandag 11 oktober 2010, 08.00 uur. Op grond van het onderzoek naar aanleiding van genoemde beelden is de conclusie gerechtvaardigd, dat de drie mannen die zichtbaar zijn op deze beelden betrokken zijn bij de inbraak en de diefstal.
Het verrichte forensisch onderzoek heeft geen sporen heeft opgeleverd, die aan de verdachte kunnen worden gerelateerd. Ook anderszins bevindt zich in het dossier geen rechtstreeks bewijs voor het plegen van het ten laste gelegde door de verdachte.
Gelet op het voorgaande ligt allereerst de vraag voor of de verdachte een van de drie mannen is die zichtbaar is op de beelden.
Die vraag heeft de rechtbank in het uitgebreid gemotiveerde vonnis waarvan beroep uiteindelijk bevestigend beantwoord. De kern van de bewijsconstructie bestond in eerste aanleg uit de herkenning van de verdachte en zijn medeverdachte op de camerabeelden als twee van de drie mannen door familie, goede bekenden en door een verbalisant.
Kort samengevat heeft de rechtbank naast deze herkenningen, het navolgende voor het bewijs gebezigd.
Allereerst de historische verkeersgegevens waarover de rechtbank heeft overwogen dat deze de verplaatsingen van de mannen op de camerabeelden ondersteunen, alsmede het gegeven dat de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte] in oktober 2010 30 maal telefonisch contact hadden terwijl na 10 oktober 2010 geen telefonische contacten meer konden worden vastgesteld. En voorts dat eerst na vertoning van voornoemde camerabeelden bij een uitzending van ‘Opsporing Verzocht’ op 23 november 2010, door de verdachte, die zich in Turkije bevond (tevergeefs) telefonisch contact werd gezocht met de medeverdachte [medeverdachte]. Ook heeft de broer van de verdachte de medeverdachte [medeverdachte] na deze uitzending getracht te bellen. Ook bij een tweede uitzending van Opsporing Verzocht, die melding maakte van tips naar aanleiding van de kluiskraak, heeft de verdachte tevergeefs telefonisch contact gezocht met [medeverdachte]. De verdachte heeft voorts op 2 januari 2011 een telefoongesprek gevoerd met zijn broer waarin – onder meer - wordt gesproken over een te verwachten straf.
Bovendien beschikte verdachte in de periode na 10 oktober 2010 kennelijk over aanzienlijke middelen waarmee hij aankopen heeft gedaan, die, aldus de rechtbank, niet uit legale bron konden worden verklaard en waren de verdachte, een familielid en een bekende van hem in het bezit van buitenlandse valuta.
Over het voorhanden bewijs oordeelt het hof als volgt.
De herkenning van verdachte
Ten aanzien van de zich in het dossier bevindende herkenningen van de verdachte en zijn medeverdachte [medeverdachte] is door zowel de verdediging als de advocaat-generaal naar voren gebracht dat deze onvoldoende betrouwbaar zijn en daarom niet bruikbaar voor het bewijs. Ook de ter terechtzitting in hoger beroep gehoorde deskundige heeft naar voren gebracht dat de beelden niet bruikbaar waren voor gezichtsvergelijking.
Het hof stelt vast dat de gezichten van de mannen voor wat betreft het voorhoofd, de ogen en de neus niet zichtbaar zijn als gevolg van de door de mannen gedragen veiligheidshelm. De beelden zijn schokkerig, loopbewegingen zijn niet vloeiend waar te nemen. De beelden zijn vanaf een behoorlijke afstand gemaakt, details zijn niet zichtbaar. Inzoomen leidt tot vervaging van het beeld en verlies aan detaillering.
Het hof is van oordeel dat de kwaliteit van de camerabeelden dusdanig slecht is, dat dit aan een betrouwbare herkenning - ook indien door familie of een goede bekende gedaan - in de weg staat. Het hof constateert dat hiermee een belangrijk bewijsmiddel tegen de verdachten wegvalt.
Historische verkeersgegevens telefoon
Naar het oordeel van het hof zijn de IMEI-bewegingen van de telefoon van de verdachte (gereconstrueerd aan de hand de verschillende door die telefoon aangestraalde zendmasten) bezien in combinatie met het gegeven dat de medeverdachte [medeverdachte] zijn telefoon uit had staan in de periode waarin de ten laste gelegde inbraak heeft plaatsgevonden niet voor eenduidige uitleg vatbaar. Het bereik van de aangestraalde zendmasten beslaat immers een groter gebied dan alleen de ruimte achter de kluis van het GWK-kantoor. De telefoonbewegingen van de verdachte zouden ook kunnen worden verklaard doordat hij in de buurt van het station in Delft woont en zich daar dus ook beweegt, zoals door de verdediging naar voren gebracht. Voor het uitzetten van de telefoon van de medeverdachte zijn velerlei verklaringen denkbaar. Deze omstandigheden kunnen dan ook niet zonder meer bijdragen aan het bewijs dat de verdachte bij de kluiskraak betrokken was.
Voorts is het hof van oordeel dat het enkele gegeven dat door de verdachte geprobeerd is contact te zoeken met de medeverdachte [medeverdachte], dan wel dat familieleden van de verdachte contact met de verdachte zochten na uitzendingen van Opsporing Verzocht, wellicht opvallend is, doch evenmin iets zegt over (de aard van) de eventuele betrokkenheid van de verdachte bij het tenlastegelegde feit. Het hof neemt aan dat – zoals door de verdediging naar voren gebracht - de kluiskraak in Delft in de kringen van de verdachte en zijn medeverdachten een gewild gespreksonderwerp was. Het door de verdachte met zijn broer gevoerde telefoongesprek op 2 januari 2011 zou evenzeer kunnen slaan op een te verwachten straf voor andere feiten, verdachte was immers in oktober 2010 opgepakt voor andere strafbare feiten.
Buitenlandse valuta
Bij de verdachte zijn 2 Amerikaanse dollarbiljetten aangetroffen en bij [betrokkene], een vriendin van de zus van de verdachte, zijn 2 Zuid-Koreaanse Won-biljetten aangetroffen. [Betrokkene] heeft verklaard deze biljetten (evenals overigens een aantal biljetten in andere vreemde valuta) op een gegeven moment van de zus van de verdachte te hebben ontvangen. In een telefoongesprek tussen genoemde [betrokkene] en de zus van de verdachte wordt gesproken over al dan niet weggeraakte Canadese Dollars naar aanleiding van een opmerking daarover van de verdachte jegens zijn zus.
Uit het dossier volgt dat bij de kluiskraak Amerikaanse en Canadese dollars en Zuid-Koreaanse Won zijn weggenomen, maar dat niet kon worden nagegaan of voornoemde biljetten uit de kluis waren gestolen, nu de gestolen bankbiljetten niet gemerkt of op bankbiljetnummer traceerbaar waren. Voorts volgt uit het dossier dat Zuid-Koreaanse Won uitsluitend bij een GWK-kantoor kunnen worden verkocht en ingekocht.
Gelet op dit alles is het weliswaar zeer opvallend dat de verdachte, zijn zus en haar vriendin na de kluiskraak over deze buitenlandse valuta beschikten, maar kan het verband met de onderzochte kluiskraak hieruit niet ondubbelzinnig volgen, nu niet kan worden vastgesteld of de aangetroffen biljetten van diefstal afkomstig waren en evenmin kan worden uitgesloten dat de Zuid-Koreaanse Won bij (bijvoorbeeld) een ander GWK-kantoor in Nederland zijn verkregen.
Uitgavepatroon van de verdachte
Met betrekking tot het uitgavepatroon van de verdachte in de periode na de kluiskraak, is het hof ten slotte van oordeel dat de verdachte genoegzaam heeft aangetoond in de periode van de kluiskraak over aanzienlijke hoeveelheden geld uit legale bron te beschikken, zodat ook de omstandigheid dat hij in de bedoelde periode diverse grotere aankopen heeft gedaan, niet kan leiden tot de dwingende conclusie dat de verdachte deze uitgaven heeft betaald met het bij de kluiskraak buitgemaakte geld.
Conclusie
Nu de herkenningen naar aanleiding van de camerabeelden niet voor het bewijs worden gebezigd zijn de resterende bewijsmiddelen, ook in onderling verband en samenhang beschouwd naar het oordeel van het hof, onvoldoende om aan te nemen dat de verdachte betrokken was bij de kluiskraak. Het hof acht derhalve niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan en de verdachte zal om die reden worden vrijgesproken van het onder 1 tenlastegelegde.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde:
Nu niet kan worden vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de bovengenoemde kluiskraak, kan evenmin worden vastgesteld dat de verdachte (een deel van) de opbrengst van die kluiskraak heeft witgewassen.
Conclusie
Alles overwegende is het hof met de advocaat-generaal en de verdediging van oordeel dat daarom niet wettig en overtuigend bewezen is hetgeen aan de verdachte onder 1 en 2 is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Beslag
Van de na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, zoals deze onder de nummers 1, 10 en 11 vermeld zijn op de als bijlage aan dit arrest gehechte lijst van in beslag genomen voorwerpen verzet het belang van strafvordering zich niet langer tegen teruggave. In beginsel geldt de hoofdregel dat het voorwerp moet worden teruggegeven aan degene bij wie het is inbeslaggenomen. Nu echter niet vaststaat aan wie deze voorwerpen toebehoren, zal het hof de bewaring van deze voorwerpen ten behoeve van de rechthebbende gelasten.
Vordering tot schadevergoeding GWK Travelex N.V.
In het onderhavige strafproces heeft GWK Travelex N.V. zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte in de zaak met parketnummer 09-758947-10 onder 1 ten laste gelegde, tot een bedrag van € 330.480,33.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg volledig toegewezen en in hoger beroep gehandhaafde bedrag van € 330.483,33.
Nu de verdachte ter zake van het in de zaak met parketnummer 09-758947-10 onder 1 ten laste gelegde wordt vrijgesproken, dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
Dit brengt mee dat de benadeelde partij dient te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met de verdediging tegen die vordering heeft moeten maken, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil.

BESLISSING

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan de op de beslaglijst onder 1, 10 en 11 genummerde voorwerpen, te weten:
1. 2 Amerikaanse dollars;
10. 1 STK slot;
11. 1 STK sleutelbos (met 3 sleutels);

Vordering van de benadeelde partij GWK Travelex N.V.

Verklaart de benadeelde partij GWK Travelex N.V. in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk;
verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door mr. Th.W.H.E. Schmitz, mr. H.J.M. Smid-Verhage en mr. T.B. Trotman, in bijzijn van de griffier mr. E. van Doren.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 22 september 2015.