Rolnummer: 22-002281-13
Parketnummer: 11-870284-12
Datum uitspraak: 23 september 2015
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 8 mei 2013 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte 2],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971,
adres: [adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 9 september 2015.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 2 primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1 primair ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 16 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
Het hoger beroep is ingevolge het bepaalde bij artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering niet gericht tegen de in eerste aanleg gegeven vrijspraak.
Waar hierna wordt gesproken van "de zaak" of "het vonnis", wordt daarmee bedoeld de zaak of het vonnis voor zover op grond van het vorenstaande aan het oordeel van dit hof onderworpen.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 03 december 2011 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht in een boerderij (gelegen aan [adres]), immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) toen aldaar opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met een deel van die boerderij, althans met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan dat deel van die boerderij geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor die boerderij en/of in die boerderij aanwezige goederen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was;
subsidiair, voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 03 december 2011 tot en met 29 juni 2012 te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [plaats], in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (ongeveer) 45 schilderijen en/of (ongeveer) 60 foto's, althans 78 kunstwerken (bestaande uit foto's en/of schilderijen), althans 3, althans één of meer schilderij(en) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s), ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die schilderijen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewijsoverwegingen