ECLI:NL:GHDHA:2015:2745
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- M. Sutorius-van Hees
- A. Labohm
- J. Mulder
- Rechtspraak.nl
Wijziging draagplicht ten aanzien van de lasten van de voormalige echtelijke woning tot aan verkoop woning
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 7 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de draagplicht van de lasten van de voormalige echtelijke woning. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, had in januari 2015 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Rotterdam van 20 oktober 2014. De man, verweerder in hoger beroep, had op 16 maart 2015 een verweerschrift ingediend. De zaak werd op 4 september 2015 mondeling behandeld.
In eerste aanleg was de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en was de verdeling van de huwelijksgemeenschap vastgesteld. De vrouw verzocht het hof om de bestreden beschikking te vernietigen voor zover het betreft de lasten van de echtelijke woning, en te bepalen dat deze lasten voor rekening van de man komen. De man betwistte dit en stelde dat de vrouw als mede-eigenaar van de woning de helft van de woonlasten dient te voldoen.
Het hof overwoog dat de voormalige echtelijke woning tot de onverdeelde huwelijksgemeenschap behoort en dat partijen op grond van het Burgerlijk Wetboek naar evenredigheid van hun aandeel in de lasten dienen bij te dragen. Echter, het hof oordeelde dat de vrouw voldoende had onderbouwd dat partijen een afwijkende regeling voor ogen hadden. De vrouw had de woning in juli 2012 verlaten en de man had de woonlasten voor zijn rekening genomen. Het hof concludeerde dat de vrouw gerechtvaardigd mocht vertrouwen op de afspraak dat de man de lasten zou dragen zolang hij in de woning verbleef.
Het hof vernietigde de bestreden beschikking en wijzigde de draagplicht van de lasten van de echtelijke woning, zodat de man deze lasten zal voldoen zolang hij het uitsluitend gebruik van de woning heeft. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.