Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 13 oktober 2015
Stichting Rijswijk Wonen,
[geïntimeerde] ,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
eerste griefbrengt Rijswijk Wonen naar voren dat de kantonrechter ten onrechte heeft overwogen dat Rijswijk Wonen heeft ingestemd met de behandeling door een adviesorgaan dat een bindend advies geeft. Met de
tweede griefageert zij tegen de overweging dat zij in haar inleidende dagvaarding erkend zou hebben dat de geschillencommissie met toestemming van beide partijen een bindend advies heeft uitgebracht over het geschil. De
derde griefheeft betrekking op de door de kantonrechter aangenomen bevoegdheid van de geschillencommissie op grond van de overweging dat Rijswijk Wonen zich bij de geschillencommissie niet op het standpunt heeft gesteld dat de commissie niet bevoegd was om op dit geschil te beslissen. Met de
vierde griefbetoogt Rijswijk Wonen dat de uitspraak van de geschillencommissie niet slechts marginaal getoetst mag worden en dat het daarnaast naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de uitspraak in stand blijft. De
vijfde griefbetreft de vraag of de kantonrechter al dan niet terecht, bij de toetsing of het oordeel van de geschillencommissie in stand kan blijven, acht heeft geslagen op het argument van Rijswijk Wonen over de mogelijke waardedaling/verminderde verhuurbaarheid van het gehuurde.
eerste drie grievendie de vraag aansnijden of al dan niet sprake is van een bindend advies worden tezamen behandeld.
1. De Geschillencommissie is bevoegd tot het uitbrengen vanbindend advies(cursivering en onderstreping hof)
in geschillen die betrekking hebben op:
), in geschillen die betrekking hebben op:
advies uit.”
grieven 4 en 5lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
Nadienontstane onvoorziene omstandigheden op grond waarvan de inhoud van de beslissing naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid (alsnog) onaanvaardbaar is (geworden), zijn niet gesteld of gebleken. Alle omstandigheden die Rijswijk Wonen thans aanvoert, waren haar ook reeds bekend toen de klacht bij de geschillencommissie voorlag.
in het onderhavige geval(onderstreping van het hof) de toestemming te weigeren.