ECLI:NL:GHDHA:2015:2970
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- M.P.J.G. Göbbels
- M.C.R. Derkx
- T.B. Trotman
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen tenuitvoerlegging vervangende hechtenis wegens detentie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 14 september 2015 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift dat was ingediend door de veroordeelde tegen de kennisgeving van het Openbaar Ministerie tot tenuitvoerlegging van vervangende hechtenis. De veroordeelde was onherroepelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar en verbleef ten tijde van de uitspraak in detentie. De veroordeelde had een taakstraf van 80 uren opgelegd gekregen, die vervangen kon worden door hechtenis van 40 dagen indien de taakstraf niet naar behoren werd verricht. De advocaat-generaal had op 11 februari 2015 de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis bevolen, rekening houdend met voorarrest, voor een periode van 37 dagen.
Het hof heeft het bezwaarschrift behandeld op de openbare terechtzitting van 31 augustus 2015, waar de veroordeelde, zijn raadsman en de advocaat-generaal aanwezig waren. De advocaat-generaal concludeerde tot ongegrondverklaring van het bezwaarschrift. Echter, het hof oordeelde dat de veroordeelde de taakstraf niet had kunnen uitvoeren omdat hij in detentie verbleef. De termijn voor het verrichten van de taakstraf begint pas te lopen na beëindiging van de detentie, zoals bepaald in artikel 22c, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Het hof concludeerde dat het bezwaarschrift gegrond was en verklaarde dit. De beslissing werd genomen op basis van de omstandigheden van de zaak, waarbij het hof de interne richtlijn van het Openbaar Ministerie niet kon laten prevaleren boven de wettelijke regeling. Het arrest werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en is op 14 september 2015 openbaar gemaakt.