Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 februari 2006 tot en met 4 februari 2010 te Rijswijk, althans in Nederland, als (feitelijk) bestuurder van een rechtspersoon ([B.V.]) welke bij vonnis van de Rechtbank te 's-Gravenhage op 3 oktober 2007 in staat van faillissement is verklaard, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
althans
meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de opbrengst van het door [medeverdachte] gepleegde misdrijf zoals omschreven in artikel 321 Sr en/of artikel 343 Sr, in elk geval door misdrijf verkregen,
(pen
)in
of omstreeksde periode van 14 februari 2006 tot en met
4 februari 2010
), althans alleen,
althans eenmaal, (telkens)ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeiser(s) van [B.V.] opzettelijk
een ofmeerdere geldbedrag
(en
)en
/of een ofmeerdere goed
(eren
)aan de boedel
heeftonttrokken (telkens) op een tijdstip waarop hij
en/of zijn mededader(s)wist(en) dat het faillissement niet kon worden voorkomen
/of
/ofhet bewaren en
/oftevoorschijn brengen van boeken en/of bescheiden en/of gegevensdragers in dat artikel bedoeld
/of
(pen
)in of omstreeks de periode van 14 februari 2006 t/m 3 oktober 2007
te Rijswijk, althansin Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en),
althans alleen,
, in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [B.V.],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte(n), enwelk
e goederengeldverdachte en/of zijn medeverdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van/als (feitelijk) bestuurder van [B.V.] onder zich had
(den), en welk
(e) goed(eren)geldverdachte en/of zijn medeverdachte anders dan door misdrijf onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend,
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van
85 (vijfentachtig) dagen hechtenis.
taakstrafbestaande uit een werkstraf voor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis.