Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN
BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
De rechtbank heeft bij de bestreden beschikking het verzoek van de moeder tot het verkrijgen van vervangende toestemming voor een verhuizing van de minderjarige naar [plaatsnaam] afgewezen en gelast dat de moeder ervoor zorg diende te dragen dat de minderjarige - al dan niet samen met de moeder - binnen twee weken na 23 april 2015 terug zou verhuizen naar [plaats] , dan wel naar een plaats in een straal van 20 kilometer vanaf [plaats] . Voorts is bepaald dat, indien de moeder hier niet aan zou voldoen, de minderjarige de hoofdverblijfplaats bij de vader zou hebben. Gebleken is dat de moeder de minderjarige binnen deze termijn vanuit [plaatsnaam] naar haar familie, woonachtig in [plaats] , heeft gebracht. Naar het oordeel van het hof is derhalve niet voldaan aan de in de bestreden beschikking opgenomen opschortende voorwaarde voor het bepalen van de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vader. De minderjarige is op 12 mei 2015 door de vader bij de familie van de moeder opgehaald en vanaf dat moment verbleef de minderjarige voltijds bij de vader en de grootouders vaderszijde, bij wie de vader inwoont. Vervolgens heeft de gecertificeerde instelling zich in het kader van de ondertoezichtstelling van de minderjarige ingezet voor een, in eerste instantie begeleide, bezoekregeling tussen de moeder en de minderjarige en toegewerkt naar onbegeleide weekenden bij de moeder in [plaatsnaam] . Na het eerste weekend van onbegeleid bezoek van de minderjarige aan de moeder heeft de moeder de minderjarige op 8 november 2015 niet teruggebracht naar de vader. Het enige dat de vader nadien van de minderjarige of de moeder heeft vernomen, is een kaartje van de minderjarige met als afzender een adres in de [land] .