Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 1 december 2015
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
Algemeen
€ 27.858,54, althans € 32.601,26 althans op de door het hof in goede justitie vast te stellen bedragen of in totaal € 177.277,79 althans € 182.020,51;
- aan [zoon twee] het pro resto bedrag van € 24.133,18 althans € 28.875,90 althans
- aan [zoon drie] het pro resto bedrag van € 13.013,46 althans € 32.950,68 althans een in goede justitie vast te stellen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 januari 2011 althans vanaf 8 april 2014, althans vanaf de datum van indiening van deze vordering tot aan de dag van algehele betaling;
Vordering voor het eerst in appel, ontvankelijk?
Juridisch kader
Testament erflater
Verklaring van erfrecht en toedeling
Testament erflaatster
Beneficiaire aanvaarding
Privatieve vertegenwoordigingsbevoegdheid
Privatieve vertegenwoordiging Grief 1
De rechtbank is buiten de grenzen van de rechtsstrijd getreden Grief 2
- [zoon twee] en [zoon drie] vorderen in eerste aanleg de vaststelling van de omvang van de gemeenschap en de verdeling van de nalatenschappen van vader en moeder;
- [zoon twee] en [zoon drie] konden de verdeling van de nalatenschap van erflater niet vorderen aangezien die reeds van rechtswege is verdeeld op het moment van het overlijden van erflater;
- wat betreft de nalatenschap van moeder: afgezien van het feit dat gedurende de vereffening de artikelen 3:178 BW en 3:185 BW ingevolge het bepaalde in artikel 4:222 BW niet van toepassing zijn konden [zoon twee] en [zoon drie] evenmin verdeling vorderen van deze nalatenschap aangezien zij geen erfgenaam en derhalve geen deelgenoot zijn in deze nalatenschap;
- naar de mening van appellanten is het de rechtbank niet toegestaan om in geval van een foutieve grondslag de grondslag dan maar geheel te vervangen door een andere;
- de rechtbank komt voorts in het dictum van het vonnis niet tot een verklaring voor recht waarbij de omvang van beide nalatenschappen wordt vastgesteld, doch de rechtbank veroordeelt [de dochter] en [zoon een] ten onrechte tot betaling van de gehele vordering uit hoofde van de nalatenschap van vader en de legitieme portie in de nalatenschap van moeder aan [zoon drie] en [zoon twee] , daarbij geheel voorbijgaand aan de beneficiair aanvaarding door [de dochter] en [zoon een] .
- juridisch is het juist dat de verdeling van de nalatenschap van erflater niet kon worden gevorderd, maar wel wat [zoon twee] en [zoon drie] hebben betoogd: vaststelling van hun vorderingen in de nalatenschappen, waartoe zij recht en belang hebben;
- de rechtbank heeft expliciet dan wel impliciet de vorderingen van geïntimeerden aangevuld.
€ 70.427,48 subsidiair ad € 52.820,61, 3) in de nalatenschap moeder de legitieme portie ad primair € 36.221,43 subsidiair € 40.728,13 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf twee weken nadat ten deze vonnis is gewezen en gedaagden nalaten deze vordering volledig te voldoen.
Overige grieven
Grieven incidentele appel
Nieuwe vordering van geïntimeerden
- geïntimeerden geen erfgenaam zijn van erflaatster;
- geïntimeerden slechts schuldeiser zijn in de nalatenschap van erflaatster;
- appellanten de nalatenschap beneficiair hebben aanvaard;
- in het kader van de vereffening een privatieve vertegenwoordigingsbevoegdheid geldt voor vereffenaars;
- geïntimeerden een vordering met betrekking tot de nalatenschap van erflaatster dienen in te stellen tegen de vereffenaars van de nalatenschap, tenzij de vordering geen betrekking heeft op de afwikkeling van de nalatenschap van erflaatster;
- de nalatenschap van erflater in het kader van de ouderlijke boedelverdeling is verdeeld.