In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 9 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in 1991, werd beschuldigd van openlijke geweldpleging tegen een politievoertuig en de daarin zittende leden van de Mobiele Eenheid (ME) tijdens rellen die plaatsvonden op 1 juli 2015 in 's-Gravenhage. De rellen waren het gevolg van een demonstratie naar aanleiding van het overlijden van Mitch Henriquez, die ontaardde in geweld tegen de politie. De verdachte gooide een voorwerp tegen het politievoertuig, wat leidde tot zijn veroordeling in eerste aanleg tot een gevangenisstraf van 42 dagen, waarvan 31 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 dagen, waarvan 31 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, en een taakstraf van 80 uren. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan openlijke geweldpleging, wat een ernstige bedreiging vormt voor de openbare orde en de veiligheid van omstanders en politiefunctionarissen. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden. Het hof heeft de straffen gemotiveerd op basis van de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, en heeft daarbij de impact van de rellen op de samenleving in overweging genomen.