ECLI:NL:GHDHA:2015:3734
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- M. van Kempen
- A. Kamminga
- J. van Wijk
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor medische behandeling van minderjarige in verband met vermoedens van mishandeling
In deze zaak gaat het om de vervangende toestemming voor een medische behandeling van een minderjarige, die in het kader van een onderzoek naar vermoedens van kindermishandeling is aangevraagd door de gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond. De ouders van de minderjarige, die in hoger beroep zijn gekomen tegen een eerdere beschikking van de kinderrechter, hebben bezwaar gemaakt tegen de voorwaarden die aan de toestemming zijn verbonden. De ouders hebben van meet af aan toestemming gegeven voor de medische behandeling, maar hebben zich verzet tegen de eis dat zij niet bij de behandeling aanwezig mochten zijn. Het hof heeft de zaak op 12 augustus 2015 mondeling behandeld, waarbij de ouders bijgestaan werden door hun advocaat en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling aanwezig waren.
De rechtbank had eerder aan de gecertificeerde instelling vervangende toestemming verleend voor het uitvoeren van een skeletstatus bij de minderjarige, om eventuele botbreuken uit te sluiten. De ouders hebben aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat zij toestemming hebben geweigerd en dat de gecertificeerde instelling hen onterecht heeft geïnformeerd over de spoedeisendheid van het onderzoek. Het hof heeft vastgesteld dat de samenwerking tussen de ouders en de gecertificeerde instelling niet altijd goed is verlopen, wat heeft geleid tot emotionele reacties van de ouders. Het hof oordeelt dat de beslissing van de rechtbank om vervangende toestemming te verlenen terecht was, gezien de noodzaak voor een spoedig onderzoek naar het letsel van de minderjarige.
Het hof bekrachtigt de bestreden beschikking en wijst het verzoek van de ouders af, waarbij het hof benadrukt dat de vraag of de ouders hun toestemming hebben geweigerd niet meer relevant is, nu het onderzoek inmiddels heeft plaatsgevonden. De ouders worden aangespoord om zich te richten op de toekomst en de communicatie met de gecertificeerde instelling te verbeteren.