ECLI:NL:GHDHA:2015:3902

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
2 december 2015
Publicatiedatum
29 februari 2016
Zaaknummer
200.112.504
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A. Labohm
  • M. Stollenwerck
  • E. Sutorius-van Hees
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstel van kennelijke fout in civiele zaak met betrekking tot alimentatie en verdeling van vermogen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 2 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een civiele procedure tussen een man en een vrouw, waarbij de man als appellant en incidenteel geïntimeerde is aangeduid, en de vrouw als geïntimeerde en incidenteel appellant. De zaak betreft een verzoek tot herstel van een kennelijke fout in een eerder arrest van 8 september 2015. De advocaat van de man, mr. V.T.M. Smeets, heeft verzocht om correctie van een telfout in de berekening van de bedragen die de man aan de vrouw dient te betalen. Het hof heeft vastgesteld dat de advocaat van de man, mr. Smeets, de zaak pas in juni 2015 heeft overgenomen, terwijl de zaak al voor arrest stond. Dit leidde tot een foutieve vermelding van de advocaat in het arrest.

Daarnaast is er een telfout geconstateerd in de berekening van de bedragen die de man aan de vrouw moet voldoen. Het hof heeft vastgesteld dat het totaalbedrag dat de man aan de vrouw dient te betalen € 48.497,00 bedraagt, en na aftrek van een bedrag van € 3.130,00 dat de vrouw aan de man moet voldoen, resulteert dit in een te betalen bedrag van € 45.367,00. Het hof heeft het verzoek tot verbetering van de advocaatvermelding afgewezen, maar heeft de telfout in de berekening gecorrigeerd.

De beslissing van het hof houdt in dat de man aan de vrouw een gebruiksvergoeding van € 57,00 per maand moet betalen vanaf 15 februari 2012 tot aan de levering van de woning. De verbeteringen zijn op de minuut aangebracht en in aanwezigheid van de griffier openbaar uitgesproken. Voor het overige blijft het eerdere arrest ongewijzigd.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.112.504
Zaak-/rolnummer rechtbank : 378748 / HA ZA 11-1175

beslissing van 2 december 2015

inzake
[de man] ,
wonende te [woonplaats] ,
appellant, incidenteel geïntimeerde,
hierna te noemen: de man,
advocaat: mr. V.T.M. Smeets te Alphen aan den Rijn,
tegen
[de vrouw] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde, incidenteel appellant,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. drs. P.A. Visser te Hendrik Ido Ambacht.
Het hof heeft op 8 september 2015 in bovengenoemde zaak arrest gewezen.
Het hof heeft kennis genomen van het verzoek van mr. Smeets, bij brief van 14 september 2015, om een kennelijke fout te verbeteren. Daartoe wordt het volgende aangevoerd. Als behandelend advocaat van de man staat vermeld ‘mr. V.T.M. Smeets’, echter mr. Smeets heeft de zaak pas in juni 2015, toen de zaak al voor arrest stond, overgenomen. De vermelding van de advocaat van de man berust derhalve op een kennelijke verschrijving, nu de zaak is behandeld door mr. H.L. Duijm. Voorts wordt verzocht de berekening welke is uitgewerkt in rechtsoverweging 62 op pagina 10 van het arrest en daarmee ook in de beslissing op pagina 11 te corrigeren. De optelsom van deze berekening komt niet uit op € 50.997,00 zoals in het arrest is vermeld maar op € 48.497,00. Het door de man aan de vrouw te betalen bedrag bedraagt derhalve € 45.367,00 en niet € 47.867,00.
Mr. Visser is in de gelegenheid gesteld op dit verzoek te reageren. Bij faxbericht van 18 september 2015 heeft mr. Visser aangegeven geen bezwaar te hebben tegen inwilliging van het verzoek voor zover dat ziet op de rekensom en het bedrag van € 48.497,00.
Het hof overweegt als volgt. Procesadvocaat van een zaak is de advocaat die zich op het moment van het doen van de uitspraak door het hof heeft gesteld als advocaat in die zaak. Dat mr. Smeets zich pas in het allerlaatste stadium als advocaat heeft gesteld doet hieraan niet af. Het verzoek tot verbetering van het arrest wordt derhalve in zoverre afgewezen.
Gebleken is dat in rechtsoverweging 62 een telfout is gemaakt in de berekening. Het totaal van de bedragen die de man aan de vrouw dient te voldoen is € 48.497,00. Dit resulteert, gelet op het bedrag van € 3.130,00 dat de vrouw aan de man dient te voldoen, uiteindelijk in een bedrag van € 45.367,00 dat de man aan de vrouw dient te betalen. Het verzoek tot verbetering wordt in zoverre toegewezen.

Beslissing

Het Hof:
verbetert rechtsoverweging 62 als volgt:

62. Op basis van het bestreden vonnis alsmede hetgeen het hof hiervoor heeft overwogen dient de man aan de vrouw te voldoen:

  • helft van de overwaarde van de woning € 21.500,00
  • helft van de waarden levensverzekering NN € 7.987,00
  • geldopname € 600,00
  • hypotheekrente € 9.910,00
  • waarde inboedel € 6.000,00
  • herinrichting €2.500,00
  • totaal € 48.497,00
Voorts dient de man aan de vrouw te betalen een gebruiksvergoeding van € 57,00 per maand van 15 februari 2012 tot aan de dag dat de woning te [plaastnaam] aan de man of een derde is geleverd.
De vrouw dient aan de man te voldoen:
  • Cfm comparitie € 2.545,00
  • Kosten auto €585,00
  • Totaal € 3.130,00
Het hof heeft de bedragen afgerond. Het hof zal het bedrag van € 48.497,00 dat de man aan de vrouw moet betalen verminderen met het bedrag van € 3.130,- dat de vrouw aan de man moet voldoen, hetgeen resulteert in een door de man aan de vrouw te betalen bedrag van € 45.367,00.
verbetert het dictum in zoverre als volgt:
veroordeelt de man om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de vrouw te betalen de somma van € 45.367,-;
Deze verbetering wordt aangebracht op de minuut en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 2 december 2015.
Voor het overige blijft het arrest, ook wat betreft de datum van uitspraak, geheel in stand.
Deze beslissing is gegeven door mrs. Labohm, Stollenwerck en Sutorius-van Hees, in aanwezigheid van de griffier.