ECLI:NL:GHDHA:2015:4014

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
4 december 2015
Publicatiedatum
28 maart 2017
Zaaknummer
22/004445-14
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis in hoger beroep inzake openlijk geweld en mishandeling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 4 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag, dat op 7 oktober 2014 was gewezen. De verdachte, geboren in 1992, was eerder veroordeeld tot een taakstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis, voor openlijk geweld en mishandeling op 28 oktober 2012 in 's-Gravenhage. De advocaat-generaal had in hoger beroep gevorderd dat het vonnis zou worden vernietigd en dat de verdachte opnieuw zou worden veroordeeld tot een taakstraf. Tijdens de zitting in hoger beroep op 20 november 2015 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte gehoord. De verdachte betwistte zijn betrokkenheid bij het geweld, waarbij camerabeelden als bewijs werden gepresenteerd. Het hof oordeelde dat de camerabeelden niet voldoende bewijs boden voor de betrokkenheid van de verdachte en besloot deze niet te gebruiken in de beoordeling. Het hof bevestigde het vonnis van de eerste rechter, met inachtneming van de gewijzigde gronden, en verklaarde dat de eerdere veroordeling van de verdachte in stand blijft. De beslissing van het hof werd genomen in een meervoudige kamer voor strafzaken, en het arrest werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Rolnummer: 22-004445-14
Parketnummer: 09-060436-13
Datum uitspraak: 4 december 2015
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

Meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 7 oktober 2014 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [plaats] op [dag] 1992,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 20 november 2015.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep dient te worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde dient te worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde veroordeeld tot taakstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis. Voorts zijn beslissingen genomen ter zake van de vorderingen van de benadeelde partijen, één en ander zoals beslist in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 28 oktober 2012 te 's-Gravenhage met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, Spuistraat, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen
A en/of B en/of C en/of D en/of E, welk geweld bestond uit het meerdere malen, althans één maal
- in het gezicht en/of het hoofd, stompen en/of slaan van deze A en/of B en/of C en/of D en/of E en/of
- tegen het lichaam schoppen van C;
Subsidiair althans indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
Hij op of omstreeks 28 oktober 2012 te ’s-Gravenhage tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend (een) perso(o)n(en) (te weten A en/of E) meerdere malen, althans één maal, in het gezicht en/of op het hoofd heeft gestompt, waardoor voornoemde A en/of E letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
Het vonnis waarvan beroep
De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof niet gebracht tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van de eerste rechter. Het hof verenigt zich met de gronden en beslissingen in het vonnis, met dien verstande dat het hof daarin de hierna te vermelden wijziging aanbrengt.
In hoger beroep is - in aanvulling op hetgeen ter terechtzitting in eerste aanleg namens de verdachte is bepleit - overeenkomstig de overgelegde en in het dossier gevoegde pleitaantekeningen naar voren gebracht dat uit de door de rechtbank als bewijs gebezigde camerabeelden de significante bijdrage van de verdachte niet kan volgen.
Nu het hof de camerabeelden van camera C062 en C054 niet tot het bewijs zal bezigen, zal het hof voorbij gaan aan voornoemd verweer. Het proces-verbaal van bevindingen van de politie Haaglanden, nr. [nummer], d.d. 28 oktober 2012, blz. 161 t/m 164 dient van het bewijs te worden uitgesloten.
Het vonnis waarvan beroep dient derhalve onder wijziging van gronden te worden bevestigd.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door mr. C.G.M. van Rijnberk, mr. H.C. Plugge en mr. E. van Die, in bijzijn van de griffier mr. M.Th.A. de Ridder.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 4 december 2015.