ECLI:NL:GHDHA:2015:4039

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
24 februari 2015
Publicatiedatum
23 maart 2023
Zaaknummer
200.157.953/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een hoger beroep inzake ontruiming huurwoning wegens hennepteelt

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag diende, betreft het een hoger beroep van de appellant, domicilie kiezende te Rotterdam, tegen Stichting Woonstad Rotterdam. De zaak is geregistreerd onder nummer 200.157.953/01 en betreft een ontruiming van een huurwoning wegens hennepteelt. De appellant, vertegenwoordigd door mr. G.A. Soebhag, had in eerste aanleg gevorderd dat de rechtbank Rotterdam zou beslissen in zijn voordeel. Echter, de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, wat de appellant heeft doen besluiten om in hoger beroep te gaan.

Tijdens de procedure heeft het hof op 20 januari 2015 een comparitie van partijen gehouden, waaruit bleek dat beide partijen een Second Opinion-procedure wensten. Dit verzoek werd toegestaan en partijen hebben de benodigde SO-formulieren ingevuld en ondertekend. Het hof heeft vervolgens de stukken van de eerste aanleg bestudeerd en de overwegingen van de kantonrechter overgenomen. De enige grief van de appellant was dat de rechtbank niet overeenkomstig zijn vordering had beslist.

Het hof heeft geoordeeld dat het bestreden vonnis van de rechtbank bekrachtigd dient te worden, zonder dat nadere motivering noodzakelijk was, gezien de afspraken in het Second Opinion Reglement. De appellant is als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn beperkt tot het door Woonstad betaalde griffiegeld en een punt voor salaris advocaat. Het hof heeft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Woonstad de kosten direct kan vorderen.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.157.953/01
Zaak- en rolnummer rechtbank : 3098873 \ CV EXPL 14-24842

Arrest van 24 februari 2015

Inzake

[appellant]

domicilie kiezende te Rotterdam (ten kantore van mr. Soebhag)
appellant,
hierna te noemen: [appellant],
advocaat: mr. G.A. Soebhag te Rotterdam,
tegen

Stichting Woonstad Rotterdam,

gevestigd te Rotterdam,
geïntimeerde,
hierna te noemen: Woonstad,
advocaat: mr. C.S. Rodrigues Pereira-de Kuyper te Rotterdam.

Het geding

Voor het procesverloop tot aan 2 december 2014 verwijst het hof naar zijn tussenarrest van die datum. Bij dat tussenarrest werd een comparitie van partijen gelast. Van deze comparitie, die op 20 januari 2015 werd gehouden, is proces-verbaal opgemaakt. De behandelend advocaten hebben na de comparitie eenstemmig laten weten dat zij een Second Opinion­ procedure wensen en hebben daartoe allebei een SO-formulier als bedoeld in artikel 3.2. van het Second Opinion Reglement (SOR) ingevuld en ondertekend. Voornoemd verzoek is toegestaan, waarna arrest is bepaald.

Beoordeling van het hoger beroep volgens de Second Opinion-procedure

1. Met de namens hen verrichte invulling en ondertekening van de SO-formulieren hebben partijen ingestemd met het SOR en worden zij geacht de conclusies als bedoeld in artikel 347 lid 1 Rv te hebben genomen (zie ook de artikelen 3.3 en 3.4 SOR). De enige grief van [appellant] bestaat eruit dat de rechtbank Rotterdam niet heeft beslist overeenkomstig hij in eerste aanleg had gevorderd.
2. Het hof - dat kennis heeft genomen van de stukken in eerste aanleg - neemt de overwegingen van de kantonrechter over en maakt deze tot de zijne. Derhalve zal het bestreden vonnis worden bekrachtigd. Dit behoeft, gezien artikel 4.2 SOR, geen nadere motivering.
3. Als de in hoger beroep in het ongelijk gestelde partij zal [appellant] worden veroordeeld in de daarop gevallen kosten, die ingevolge artikel 4.4 SOR beperkt zijn tot het door Woonstad betaalde griffiegeld van € 704,00 en, nu een comparitie heeft plaatsgevonden, één punt volgens het toepasselijke liquidatietarief,€ 894,00.

Beslissing

Het hof
  • bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
  • veroordeelt· LieveId in de kosten van de procedure in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Woonstad begroot op een bedrag van € 1.598,00 waarvan € 704,00 voor griffiegeld en € 894,00 voor salaris advocaat;
  • verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. T.G. Lautenbach, M.E. Honée en M.P.J. Ruijpers en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 februari 2015 in aanwezigheid van de griffier.