ECLI:NL:GHDHA:2015:484

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
7 april 2015
Publicatiedatum
5 maart 2015
Zaaknummer
200.165.876-01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

VvE-zaak; Beslissing na verwijzing op grond van wisselbepaling van artikel 69 Rv

In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Den Haag, betreft het een hoger beroep van de Vereniging van Eigenaren (VvE) van een flatgebouw tegen een eerdere beschikking van de kantonrechter. De VvE, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.J.A. Dielissen, heeft het hof verzocht om de beslissing van de kantonrechter te vernietigen. De kantonrechter had in een beschikking van 30 juni 2014 een vordering van de geïntimeerde, die een bedrag van € 2.433,39 eiste wegens gereserveerde gelden voor de aanleg van een nieuwe schuifpui, toegewezen. De VvE heeft deze beslissing bestreden met een derde grief.

Het hof heeft in een eerdere beschikking van 10 maart 2015, waarin het geschil op grond van de wisselbepaling van artikel 69 Rv naar de dagvaardingsprocedure is verwezen, vastgesteld dat de grondslag van de eerdere beslissing van de kantonrechter is komen te ontvallen. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de grief van de VvE slaagt. Het hof heeft daarom de vordering van de geïntimeerde alsnog afgewezen. De beslissing van het hof is genomen tijdens de openbare terechtzitting van 7 april 2015, waarbij de rechters M.A.F. Tan-de Sonnaville, T.G. Lautenbach en H.E.M. Vrolijk aanwezig waren. Er is geen aparte proceskostenveroordeling uitgesproken, aangezien de kosten al zijn begroot in de beschikking van 10 maart 2015.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.165.876/01
Rekestnummer rechtbank : 2698503 \ VZ VERZ 14-540

Arrest d.d. 7 april 2015 (na verwijzing ex artikel 69 Rv)

inzake

VERENIGING VAN EIGENAARS VAN HET FLATGEBOUW […]

gevestigd te [vestigingsplaats],
appellante,
nader te noemen: de VvE,
advocaat: mr. A.J.A. Dielisssen te Wouw,
tegen:

[geïntimeerde],

wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
hierna te noemen: [geïntimeerde],
advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam.

Het geding

Bij beschikking van het hof van 10 maart 2015 in de zaak met zaaknummer 200.153.291/01 is na te melden onderdeel van het geschil tussen partijen op grond van de wisselbepaling van artikel 69 Rv verwezen naar de dagvaardingsprocedure, een en ander zoals weergegeven in de aan dit arrest gehechte beschikking. Omdat het geschil in staat van wijzen is heeft het hof arrest bepaald.

Beoordeling van het hoger beroep

Het gaat thans nog, zakelijk weergegeven, om de vordering van [geïntimeerde] tot terugbetaling van (in hoofdsom) een bedrag van € 2.433,39 wegens gereserveerde gelden ten behoeve van de aanleg van een nieuwe schuifpui. De kantonrechter heeft deze vordering bij de bestreden beschikking van 30 juni 2014 toegewezen. De VvE heeft de betreffende beslissing van de kantonrechter met haar derde grief aangevallen. Zoals voortvloeit uit de beslissing van het hof in voormelde beschikking van 10 maart 2015 (rechtsoverweging 10, slot) is de grondslag aan deze beslissing komen te ontvallen. De grief slaagt dan ook. De vordering zal alsnog worden afgewezen. Beslist zal worden als na te melden. Voor een aparte proceskostenveroordeling is geen aanleiding, nu deze kosten al zijn begroot in de beschikking van 10 maart 2015.

Beslissing

Het hof:
  • vernietigt de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam, zittinghoudende te Rotterdam, rekestnummer 2698503 \ VZ VERZ 14-540,
  • wijst alsnog de vordering van [geïntimeerde] af.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.A.F. Tan-de Sonnaville, T.G. Lautenbach en
H.E.M. Vrolijk en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 april 2015 in aanwezigheid van de griffier.