Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van de familiekamer d.d. 24 februari 2015
Het verloop van het geding
De beoordeling van het geschil
dit momentnog geen dwangsom behoeft te worden verbonden. In zoverre tref de grief van de man doel.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding betreffende de nakoming van een omgangsregeling tussen de man en de vrouw, die ouders zijn van gezamenlijke kinderen. De man is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam, waarin de vrouw een vordering had ingesteld tot nakoming van de omgangsregeling. De vrouw stelt dat de man zich niet aan de afspraken houdt, wat volgens haar niet in het belang van de kinderen is. Het hof overweegt dat de omgangsregeling in beginsel stipt nagekomen dient te worden, en dat de man alleen in overleg met de vrouw van deze regeling mag afwijken als er zwaarwichtige redenen zijn. Het hof benadrukt dat de verplichting tot omgang met de kinderen op de man rust en dat hij zijn onderneming zodanig moet inrichten dat hij aan de omgangsregeling kan voldoen. Het hof vernietigt het vonnis van de voorzieningenrechter voor zover het een dwangsom aan de nakoming van de omgangsregeling verbond, en wijst de vordering van de vrouw tot het opleggen van een dwangsom af. Tevens compenseert het hof de proceskosten, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.