"Ik ben gescheiden van mijn vrouw. Ik heb twee kinderen, deze wonen bij mijn ex-vrouw. Ik zie mijn kinderen ongeveer twee keer per week. Ik woon momenteel bij een vriend, in [Z]. (…) Ik heb geen werk (…). Ik heb voorheen in de kassen gewerkt. (…) Ik heb geen schulden meer. Ik woonde aan de [Y]te [Z]. Ik woonde daar al vanaf augustus 2009 tot heden. Ik woonde daar alleen. (…)
Ik ben op 30 juni 2010 op vakantie gegaan naar Ankara te Turkije. Ik ben samen met mijn twee kinderen geweest. Ik ben met de auto gegaan. Ik ben 13 augustus 2010 weer teruggekomen. Ik heb de auto geleend, ik kan u vertellen dat ik nu geen auto heb en ook geen auto op mijn naam heb staan. Op 30 juni 2010 heb ik mijn huissleutel aan mijn kennis [D], gegeven om de post voor mij te bekijken en te sorteren. Ik heb voor de rest geen afspraken gemaakt met hem. Het is een kennis, ik vertrouw hem dus hij doet het voor niets voor mij. Ik ken [D], van de coffeeshop (…). Ik zie hem per week ongeveer twee keer. De relatie tussen ons was gewoon goed.
[D] heeft mij tijdens mijn vakantie gebeld en verteld dat er in de woning politie was geweest en dat de woning weg was, vervolgens heeft hij opgehangen voordat ik wat kon vragen. Ik begreep niet wat hij had bedoeld.
Omdat ik niet wist waar het om ging en heb ik een Nederlandse vrouw (…) gebeld. Zij helpt mensen met brieven lezen, die de Nederlandse taal niet goed beheerst. Zij heeft met de politie contact opgenomen en doorgegeven dat ik mij gelijk moest melden zodra ik terug kwam van vakantie. Ik wist toen niet dat het om een hennepkwekerij ging.
(…) U confronteert mij met het feit dat de buren verklaren dat er niemand woont en alleen in de ochtend iemand langs komt. Dat kan niet, mijn buren zien mij altijd.
(…)
Hoe kan het dat de buren vertellen dat er in de zomertijd als het warm is de deuren en ramen altijd gesloten zijn bij u? Dat kan niet, de deuren en ramen zijn altijd open.
U confronteert mij met het feit dat het onbewoonbaar was, er lag niet eens een bed. Ik weet niet wat hij allemaal gedaan heeft, toen ik wegging lag alles er nog.
(…)
U confronteert mij met het feit hoe het kan dat de buren hebben gezien dat er vorig jaar een maand lang verbouwd is in de woning. Dat kan niet.
U confronteert mij met het feit dat de buren al voor 30 juni 2010 tot twee keer toe een henneplucht hebben geroken. Dat kan niet.
U confronteert mij met het feit, gezien de inrichting, stof op de lampkappen. En rapporten van Stedin dat de hennepkwekerij er voor 30 juni 2010 al was. Dat weet ik echt niet.
(…)"